
De strijd van ‘mama Africa’ leeft voort
Met haar visueel en muzikaal indrukwekkende eerbetoon aan de Zuid-Afrikaanse anti-apartheidsstrijder Miriam Makeba zet choreografe Alesandra Seutin zich op de kaart als KVS-gezicht.
Mimi’s shebeen
speelt nog op 31/3 en 1/4 in KVS (Brussel)

Mimi’s shebeen opent met een monumentaal beeld. Jazzzangeres Tutu Puoane rijst als een koningin op haar troon boven ons uit. Vanonder haar meterslange rok krioelen acht dansers en muzikanten tevoorschijn. Op haar hoofd prijkt de zwarte fez die Miriam Makeba ook droeg toen ze in 1967 de cover van Time sierde. De Zuid-Afrikaanse zangeres, wereldberoemd door haar monsterhit Pata Pata, was een van de prominentste voorvechters in de strijd tegen apartheid. Het veroordeelde haar tot een leven in ballingschap. Maar de Afrikaanse diaspora vond in haar liederen, bij ‘mama Africa’, een thuis.

Choreografe Alesandra Seutin, die na een lange carrière in Londen opnieuw in Brussel werkt, puurt uit Makeba’s verhaal geen biografische vertelling. Wel een meeslepend eerbetoon dat het midden houdt tussen een ritmisch dansconcert op drums en beats, een herdenkingsritueel en een vurig pamflet tegen onderdrukking en witte suprematie. Mimi’s shebeen past daarmee mooi in het rijtje hommagevoorstellingen over zwarte helden zoals Malcolm X en Winnie Mandela, waar de KVS een patent op heeft.
Traditionele hymnes
De ‘shebeen’ uit de titel verwijst naar de clandestiene bars waar zwarte activisten tijdens de apartheid stiekem samenkwamen. Ook het podium heeft door de enorme rotsachtige decordoeken, die één voor één omhoog gehesen worden, iets weg van een ondergronds schuiloord. De rouw en ontheemding hangen er voelbaar in de lucht, al tonen de dansers zich even goed strijdvaardig. Knap hoe hun eenvoudige, ritmische voetenwerk tegelijk verdriet bezingt en verzet aanwakkert. Ook de eclectische montage van nieuwsfragmenten, protestliedjes en speeches – onder andere degene die Makeba gaf aan de Verenigde Naties na het bloedbad van Sharpeville (1960) – katapulteren je helemaal terug naar de grimmige tijd van toen.
De drijvende en helende kracht van de voorstelling schuilt echter in de muziek waarmee Puoane, begeleid door muzikanten Angelo Moustapha & Zouratié Koné, zich tot een waardige erfgenaam van Makeba kroont. Wat een rijk palet krijgen we te horen, van Makeba’s ‘A piece of ground’ en traditionele hymnes in het Xhosa tot catchy spoken word, een ode aan de Congolese zanger Jacques Loubelo en zelfs een vleugje gospel.
Mimi’s shebeen stapelt iets te veel eindes op elkaar, waardoor de boog wat inzakt. Ook de expliciete tekst van Lisette Ma Neza en Lebo Mashile gaat na verloop van tijd nogal zwaarwichtig op dezelfde nagel kloppen terwijl hun boodschap moeilijk misbegrepen kan worden. Maar wie vooral met zijn lichaam luistert, beseft: ‘In de wereld van macht zijn liederen rijkdommen.’