
El Kaouakibi weer aan het werk, maar niet in het parlement
Vlaams Parlementslid Sihame El Kaouakibi (ex-Open VLD) is weer aan de slag. Op bevel van de dokter past ze voor publieke zittingen.
Sihame El Kaouakibi is sinds 1 januari weer aan het werk. In een eerste fase voor 20 procent, vanaf 1 februari werkt ze voor 30 procent. Maar opmerkelijk, haar medisch attest bepaalt dat ze niet moet deelnemen aan publieke zittingen. Ongetwijfeld ziet het Vlaams Parlementslid ertegenop om haar politieke collega’s onder ogen te zien. Een psychiater begeleidt de politica al even. Ze bleef weg uit het parlement na beschuldigingen van subsidiefraude.
De rechtbank in kort geding gaf haar maandag ook gelijk in het dispuut met het Vlaams Parlement. El Kaouakibi wilde twee persoonlijke medewerkers aanwerven. Het bureau van het Vlaams Parlement stak daar een stokje voor. De afwezigheid van El Kaouakibi, waarbij ze volledig wordt doorbetaald, bracht het Vlaams Parlement flink in verlegenheid. Dat ze daarenboven ook nog eens medewerkers zou aanwerven, vond het bureau helemaal een kaakslag.
Het Vlaams Parlement betwistte de bevoegdheid van de kortgedingrechter. Maar de rechter veegde de argumenten van tafel. De voorwaarden voor een kort geding waren vervuld, zo niet was de legislatuur te vergevorderd. De rechter concludeerde bovendien dat het parlementslid wel degelijk recht heeft op een medewerker. El Kaouakibi wilde twee getrouwen deeltijds aanwerven. Wanneer het Vlaams Parlement de aanwerving verhindert, moet ze een dwangsom van 250 euro per dag betalen, met een maximum van 100.000 euro. Binnen de vijftien dagen kunnen de medewerkers starten.
‘Geen stemmachine’
De beslissing van de rechtbank lijkt logisch. Het reglement van het Vlaams Parlement is helder. Parlementsleden hebben recht op een medewerker. De politieke onschendbaarheid van El Kaouakibi mag dan zijn opgeheven, dat doet niets af aan haar basisrecht. In haar vonnis verwees de rechtbank naar de ‘animositeit’ tussen de twee partijen en de ‘onmiskenbare onwil die verwerende partijen (de advocaten van het Vlaams Parlement, red.) in dezen tot nu toe al aan de dag hebben gelegd.’
De twee toekomstige medewerkers, Jiri De Laet en Aimé Schrauwen, hebben allebei een verleden bij Open VLD. Toen enkele maanden geleden de naam van De Laet viel, zette Open VLD-voorzitter Egbert Lachaert hem prompt uit de partij. De Laet was de medewerker van fractieleider Willem-Frederik Schiltz en werkte een maand als kabinetschef van Antwerps schepen Erica Caluwaerts.
In een podcast kondigde El Kaouakibi begin deze maand haar terugkeer aan. Ze klaagde over het feit dat ze in het Vlaams Parlement ‘amper nog een goedendag’ kreeg. Daarvoor had ze een verklaring. ‘Ik denk dat ik dingen zei en deed die tot ongemak leidden.’ Ze wilde een ‘volksvertegenwoordiger’ zijn, geen ‘partijvertegenwoordiger’: ‘Ik heb de dingen door elkaar geschud, ik liep niet in het gareel, ik was geen stemmachine gedicteerd door de voorzitter.’
Naar eigen zeggen voerde ze ‘voorbereidende gesprekken’ om ‘haar zetel zo goed mogelijk te gebruiken’, om dingen op de agenda te zetten ‘die dringend zijn, en voor jongeren’.