Gezien het toenemende aantal gokverslaafden – vooral sinds de coronapandemie – besloot minister van Justitie Vincent Van Quickenborne (Open VLD) om via een koninklijk besluit de gokreclame in ons land fors aan banden te leggen.

Voor het Belgisch profvoetbal zouden de gevolgen groot zijn. Er is zoals in de andere sectoren nog in een overgangsperiode voorzien om lopende contracten te respecteren, maar vanaf 1 januari 2025 wordt volgens het koninklijk besluit alle gokreclame uit de stadions gebannen. Vanaf 1 januari 2028 wordt ook sponsoring van gokbedrijven via de shirts verboden.

Een pijnlijke zaak, want volgens de financiële rapporten uit de seizoenen 2018-2019 en 2019-2020 haalden de profclubs toen 76 miljoen euro aan sponsoring op. En de grootste bijdragen kwamen vanuit de gokindustrie. Lorin Parys, ceo van de Pro League – de overkoepelende organisatie – schatte dat vorig jaar nog op ‘minstens 12 procent’. Zo’n 10 miljoen euro dus, per seizoen. Reden genoeg om zich niet neer te leggen bij de beslissing.

Gezamenlijk statement

De Pro League polste bij de profclubs hoe zij ertegenover staan. Ze hebben zo goed als allemaal nog langdurige contracten lopen met gokbedrijven en zijn bereid om de beslissing juridisch aan te vechten. Ze wijzen op de oneerlijke concurrentie: er zijn landen waar gokreclame wel nog toegestaan is. Bovendien krijgen de Belgische amateurclubs nog respijt en is er de discussie rond de Nationale Loterij, die eigendom is van de overheid en deels gespaard blijft van het verbod. Meerdere clubleiders trokken het voorbije jaren al fel van leer tegen het gokreclameverbod. Ze voelen zich nu al zwaar benadeeld door de strengere regels voor het voetbal inzake sociale zekerheid en fiscaliteit, zeggen ze.

In een gezamenlijk statement met de grootste Belgische wielerclubs en de organisatoren van de European Open Antwerp (tennis) en de BetFIRST BNXT League (basketbal) benadrukt de Pro League bovendien dat het totaalverbod supporters niet zal beschermen tegen gokverslaving. ‘Het stuurt fans net naar niet-erkende aanbieders waar controle of bescherming van spelers ontbreekt’, zo klinkt het, en dus doet het alvast een oproep tot overleg.

Bovendien verzwakt een totaalverbod ‘ontegensprekelijk de Belgische sportsector’, klinkt het. ‘Als organisatoren van topsportevenementen en straffe competities verliezen we financiële slagkracht. Daar treffen we niet alleen onze clubs of teams mee, maar ook de fans.’

Van Quickenborne: ‘Dit zal men niet meer kunnen keren’

Minister Van Quickenborne zegt niet verrast te zijn dat de Pro League overweegt om juridische stappen te zetten. ‘De goksector bestrijdt al langer elke maatregel ter bescherming van gokverslaafden op alle mogelijke juridische manieren’, klinkt het in een persbericht. ‘Dat een sportorganisatie als de Pro League nu hetzelfde overweegt te doen, valt te betreuren.’

De minister wijst de argumenten van de voetbalsector van de hand. ‘Het koninklijk besluit (KB) kreeg al een gunstig advies van de Raad van State en de Europese Commissie. De politieke en maatschappelijke wil om dit aan banden te leggen, is groot. Dit zal men niet meer kunnen keren. Net als in Italië en Spanje, landen met twee van de sterkste voetbalcompetities ter wereld, zullen we gokreclame weren uit de sportsector.’

Voor Van Quickenborne is de conclusie dan ook duidelijk: ‘Ik heb er vertrouwen in dat het KB de juridische procedures zal doorstaan. Het gaat om een noodzakelijke maatregel om kwetsbare personen en hun families te beschermen tegen de verwoestende gevolgen van gokreclame. 40 procent van de winsten van de goksector wordt geboekt op de kap van mensen met een verslaving. Dat men dat met man en macht probeert te behouden, kunnen we niet aanvaarden. De gokreclame in de sportsector zal aan banden gelegd worden. De maatregelen gaan in vanaf 1 juli 2023.’

Lees ook