
Calvo snoeit in politieke lonen en extra’s
Kamerlid Kristof Calvo (Groen) lanceert ‘een robuust’ geheel maatregelen om de politiek te versoberen. Vraag is of hij er ditmaal wel in slaagt om de meerderheid mee te krijgen.
‘Je merkt dat traditionele partijen hopen dat de zaak over de pensioenextra’s snel overwaait. Dat zal niet gebeuren. Het debat over geld en politiek zal niet verdwijnen.’
Groen-Kamerlid Kristof Calvo kaart de kwestie van de politieke vernieuwing, van transparantie en soberheid in de politiek opnieuw aan met een actieplan van 18 punten en hoopt daar snel de discussie over aan te vatten.
Een deel van de maatregelen in het plan zijn overgenomen uit het federale regeerakkoord, zoals een herziening van de partijfinanciering en de uitbreiding van het transparantieregister. Dat zou betekenen dat daarover gemakkelijk een meerderheid gevonden kan worden, maar de ervaring leert dat het enthousiasme bij sommige meerderheidspartijen tot nu niet bijster groot was.
Andere maatregelen hebben een boost gekregen na de onwettige pensioenextra’s die de voormalige Kamervoorzitters Herman De Croo (Open VLD) en Siegfried Bracke (N-VA) hebben ontvangen. Zo heeft het Rekenhof al de opdracht gekregen om de bedrijfsvoering van de Kamer door te lichten. Bijkomende maatregelen moeten de betere werking en controle blijvend versterken.
Royale extra’s
Maar daarnaast zijn er gevoelige voorstellen die de parlementsleden in hun portefeuille treffen. Calvo stelt voor om komaf te maken met de onbelaste onkostenvergoeding van 2.400 euro per maand, en het mes te zetten in de royale extra vergoedingen voor bijzondere functies zoals ondervoorzitter of commissievoorzitter.
Hij wil ook het loonplafond voor parlementsleden die bijvoorbeeld ook nog burgemeester zijn, verlagen tot 125 procent van hun vergoeding als parlementslid, in plaats van 150 procent vandaag. Ook de uittredingsvergoedingen moeten omlaag. In ruil krijgen Kamerleden het recht op een werkloosheidsuitkering.
‘Deze voorstellen zijn niet te nemen of te laten’, zegt Calvo. ‘Maar het volstaat niet om nu twee weken verontwaardigd te zijn. Wat mij interesseert, zijn de oplossingen voor deze systeemfouten. Een parlementslid mag goed zijn boterham verdienen, maar het moet wel transparant zijn.’
De voorstellen moeten nu worden gegoten in een voorstel tot aanpassing van het reglement van de Kamer, het statuut van de parlementsleden of een wetsvoorstel. Het is nu de vraag of daar een meerderheid voor te vinden is.
Het argument dat dergelijke hervormingen het best worden afgesproken met alle parlementen samen, aanvaardt Calvo niet. Volgens hem is het beter dat de Kamer het voortouw neemt en de andere parlementen volgen.
‘Strovuurvoorstellen’
Maar zelfs in de Kamer zijn de reacties lauw. ‘In dit plan zitten wel een paar nuttige voorstellen, maar het is erg vaag’, vindt Vooruit-fractieleidster Melissa Depraetere. ‘Via de media een dergelijk dossier proberen vooruit te krijgen, is vaak niet de beste manier.’
N-VA-fractieleider Peter De Roover spreekt van ‘goed klinkende strovuurvoorstellen’. Hij vindt een benchmark met parlementen in het buitenland een betere aanpak. Voormalig Vlaams Parlementsvoorzitter Jan Peumans (N-VA) liet iets vergelijkbaars al meer dan tien jaar geleden onderzoeken.
Uit die studie bleek dat Vlaams Parlementsleden een vergoeding ontvangen die vergelijkbaar is met die in een reeks andere regionale en nationale parlement en het Europees Parlement. Ook hun onkostenregeling is vergelijkbaar. Maar voor specifieke functies als bureaulid of fractieleider is het Vlaams Parlement wel royaler. Bovendien hebben de parlementsleden een betere verzekering, een betere uittredingsvergoeding en een betere pensioenregeling.
Aan de uittredingsvergoeding en de pensioenen is sindsdien gesleuteld. De andere vaststellingen blijven waarschijnlijk dezelfde, ook voor Kamerleden.