Belg Karel Sabbe finisht in meest hallucinante loopwedstrijd ter wereld, Fransman wint
De Vlaamse ultraloper Karel Sabbe heeft vrijdag de Barkley Marathons uitgelopen. De 34-jarige Belg maakte het bijzonder spannend en liep met nog zes minuten resterend op de klok over de finish, in een tijd van 59u53’33”.
De Fransman Aurélien Sanchez won de race en tikte na 58u23’12” de finish aan. Krap twintig minuten later kwam de Amerikaan John Kelly over de streep, op 58u42’23”. Hij liep de wedstrijd in 2017 ook al eens uit.
De Barkley Marathons staat ook wel bekend als de meest krankzinnige loopwedstrijd ter wereld. De race gaat over een 160 kilometer lang parcours, waarbij deelnemers vijf identieke lussen van ongeveer 32 kilometer moeten afleggen. Voor iedere lus krijgen ze maximaal twaalf uur de tijd, maar het parcours is niet gemarkeerd en oriëntatiepunten ontbreken.
Het was van 2017 geleden dat de Barkley Marathons überhaupt door iemand binnen de gezette 60 uur werd uitgelopen en sinds 2012 dat er drie personen over de finish kwamen. De andere Belg die deelnam, Thomas Van Woensel, moest in de tweede lus opgeven.
Sabbe was vorig jaar de laatste die nog kans maakte om de wedstrijd uit te lopen, maar moest toen hallucinerend opgeven – hij praatte tegen een vuilnisbak. In 2019 liep hij de wedstrijd voor de eerste keer, toen strandde hij in de vierde lus. Ook tijdens de race van dit jaar zou Sabbe ‘veel’ gehallucineerd hebben.
Toen Sabbe aan zijn slotlus begon, had hij nog zo’n 13 uur de tijd om de finish te bereiken en het gele hek tijdig aan te tikken. Voor het eerst in de 36-jarige geschiedenis van de wedstrijd begonnen vier lopers aan de slotlus, maar een van hen – de Brit Damian Hall – moest alsnog opgeven.
De natuur wint
De andere Belg die deze week aan de Barkley Marathons begon, Thomas Van Woensel (28), was in de tweede lus al op zijn limieten gebotst. Hij was vijftien uur en 55 kilometer onderweg toen hij omstreeks halftwee ’s nachts (Amerikaanse tijd) moest opgeven. ‘Opgeven is nooit plezant’, zegt hij aan de telefoon. ‘Maar ik begon te zwalpen en ik werd echt kotsmisselijk.’
Sinds de eerste editie van de Barkley Marathons in 1986 zijn nog maar vijftien deelnemers erin geslaagd tijdig de finish te halen. De bedoeling is dat ze in vijf lussen een 160 kilometer lang parcours afleggen, inclusief zo’n 20.000 hoogtemeters (meer dan twee keer de Mount Everest), en dat zonder navigatiemiddelen, op een kompas en een getekende kaart na.
‘Het was constant gaan tegen 100 procent’, aldus Van Woensel. ‘Soms in het donker, door netels en rivieren, over omgevallen bomen, op rotsachtige en steile beklimmingen. Hier en daar zag je andere deelnemers hun enkels omslaan. Op sommige stukken kon je wel proberen te lopen, maar elke stap slorpte energie door de zware omstandigheden. De natuur wint gewoon.’
Slapen tegen een boom
‘Op de eerste beklimming van de tweede lus begon ik te zwalpen. Dat was ’s nachts, dus ik probeerde wat te slapen tegen een boom. Ik wilde het volgende checkpoint nog bereiken om daar te beslissen of ik verderging of niet, maar na elke tien stappen stond ik uit te hijgen op mijn wandelstokken. Ik kon geen moment recupereren, want de temperaturen lagen maar net boven het vriespunt.’

Van Woensel is een geoefend langeafstandsloper. ‘Maar deze omstandigheden waren uniek. Normaal loop je op deftige paden en kun je je normaal voorbereiden. Bij de Barkley weet je zelfs niet hoe laat die start. Ik ben heel blij om nu zelf te weten hoe zwaar en hoe onmogelijk de Barkley eigenlijk is.’
Zal Van Woensel, net als Sabbe, in de toekomst een nieuwe poging wagen? ‘Ik sluit het niet uit, als ik de kans krijg. Ik wilde me hier in eerste instantie amuseren en drie lussen proberen uit te lopen. Maar het moet maar een beetje tegenzitten en dan zit het erop, zo blijkt. Het was een beloning na zes jaar hard trainen.’