Foto: Maarten De Bouw
kort & bondig Vrouwendag

Vrouwen, wijk niet langer en eis jullie plaats op

‘De Meir over’ is een traject dat ik al ontelbare keren heb bewandeld, van thuis naar het centraal station of ­omgekeerd. In de bekendste straat van Antwerpen valt er op ieder moment van de dag wel wat te beleven. Overdag is het over de koppen lopen, ’s avonds is het een strijd om niet omvergereden te worden door de fiets- of stepkoeriers die hun maal­tijden tijdig op het juiste adres proberen te leveren. ’s Nachts probeer je heelhuids thuis te raken zonder nageroepen, achtervolgd of aan­gerand te worden.

Anouk Torbeyns

Freelancejournalist

De Meir is een strijdtoneel. Het is een lange, rechte en bovenal brede weg. Desondanks liep ik er altijd zo dicht mogelijk langs de zijkant, ­net niet tegen de etalages aangekleefd. Ook tijdens de coronalockdowns, toen er in de verste verte geen hond te ­bespeuren viel. Daar, in de marge van de Meir, leek het me ­rustiger en veiliger. Wees zo klein en onzichtbaar ­mogelijk: dat was mijn houding op de Meir, en in de samenleving.

Als ik het dan toch eens waagde om naar het midden van de laan te gaan, was ik toch weer voortdurend plaats aan het maken voor tegen­liggers. ­Wanneer je iemand kruist op je pad, zal vroeg of laat een van beiden moeten uitwijken om een frontale botsing te vermijden. Om de een of andere reden was ik het altijd die aan de kant ging. Haast intuïtief ging ik opzij. En werd dat stilzwijgend van mij verwacht of geëist.

Tot die ene dag. Dat moment dat ik er genoeg van had. Ik ­volhardde in mijn koppigheid en bleef pal in het midden wandelen. Ik ging voor niets of niemand opzij. Ik eiste mijn ruimte op. Mannen wisten niet waar ze het hadden. Dit was toch hun ruimte? ‘Hoezo, deze kleine vrouw gaat niet aan de kant?’, zag je hen denken, toen zij op het allerlaatste moment dan toch niet anders konden dan plaatsmaken voor mij.

Sinds die dag probeer ik het vaker te doen. Zo’n moment is telkens in een oogwenk voorbij, maar het geeft me ­elke keer een gelukzalig gevoel. Een kleine veldslag die gewonnen is. Veldslag per veldslag laat ik de passanten van de Meir voelen dat ik er ben, dat ik aanwezig ben en dat ik er mag zijn. Ruimte innemen in de samenleving begint letterlijk bij ruimte innemen op straat. Letterlijk van je laten horen en je kop laten zien. Het is nog altijd te vanzelf­sprekend dat wij, vrouwen, ­minzaam volgen en zwijgen.

Ik droom al luidop van de dag waarop alle vrouwen op de Meir ­hetzelfde doen. Niet wijken, hun rechtmatige plaats innemen en zich niet meer laten leiden door ­sociale conventies en ­klassieke ­genderpatronen. Laten we onze ­welgevormde heupen en derrières in de strijd gooien tegen de ­man­spreading, op straat en in de rest van de samenleving.

Lees ook

Wist je dat je ook zonder abonnement elke maand 3 betalende  plus-artikels kunt lezen?

Meld je aan en lees gratis ›

Vul je e-mailadres en wachtwoord in

Aangeboden door onze partners
Aangeraden