
Amerikaanse inlichtingendiensten zien hand van ‘pro-Oekraïense groep’ in opgeblazen Nord Stream-pijpleiding
De aanval op de Nord Stream 2-gaspijpleiding in september is het werk van ‘een pro-Oekraïense groep’. Dat schrijft de Amerikaanse krant The New York Times.
‘Een pro-Oekraïense groep’, allicht zonder banden met de Oekraïense overheid, zit achter de sabotage van de Nord Stream 2-pijpleiding. The New York Times kon verschillende bronnen binnen de Amerikaanse inlichtingendiensten spreken die geïnformeerd werden over de stand van zaken in het onderzoek.
‘De jongste inzichten suggereren dat ze tegen de Russische president Vladimir Poetin waren’, schrijft de krant. ‘Maar er worden geen leden, financierders of opdrachtgevers genoemd.’ De daders zijn ‘waarschijnlijk Oekraïense of Russische staatsburgers’. Dat er Amerikaanse of Britse burgers bij de aanval betrokken zouden zijn, lijkt uitgesloten.
Ervaren duikers
Door de complexiteit van de sabotage-operatie vermoeden de Verenigde Staten dat ‘ervaren duikers’ werden ingezet. Het onderzoek sluit niet uit dat sommigen van hen in het verleden een gespecialiseerde opleiding hebben gehad bij een overheidsdienst. Hoe de VS gewerkt hebben om tot dergelijke besluiten te komen, wordt niet bekendgemaakt.
Voor de aanvallen op de Nord Stream 2-leidingen afgelopen september zijn al veel schuldigen aangewezen. Wel zeker is dat er na explosies drie grote lekken kwamen in twee leidingen. De lekken bevonden zich in Deense en Zweedse wateren. Nord Stream 2 was bij aanvang al een controversieel project waarbij Russisch gas rechtstreeks Duitsland kon binnenvloeien. De oorlog verhinderde de ingebruikname van het net afgewerkte complex.
Verschillende partijen startten na de ontploffingen een eigen onderzoek met eigen, haastige besluiten. Het Kremlin, de Britten of zelfs het Witte Huis werden reeds gesuggereerd als schuldigen. Het stuk van The New York Times lijkt de eerste, grondigere en voorzichtige berichtgeving over een solide onderzoek op basis van verscheidene bronnen.
De krant wijst op de spanningen die haar berichtgeving kan teweegbrengen. Niet in het minst in Duitsland. Berlijn toonde zich de laatste weken vastberaden en daadkrachtig in militaire steun aan Oekraïne. Als gevolg van de oorlog kampt het land met hoge energieprijzen en herziet het drastisch zijn buitenland- en energiebeleid. In een reactie op het artikel maakt een medewerker van president Volodimir Zelenski zich sterk dat Oekraïne ‘absoluut niet betrokken’ is.
Dat Oekraïne Russische doelwitten zou aanvallen buiten de Oekraïense grenzen, en daar weinig transparant over is, veroorzaakt ergernis bij westerse bondgenoten. Amerikaans onderzoek schrijft de moordaanslag op de dochter van de invloedrijke Russische filosoof Aleksandr Doegin toe aan Oekraïne. Het lijkt ook verantwoordelijk voor aanvallen op Russische luchthavens. En na de aanval op de brug die Rusland met het Oekraïense schiereiland de Krim verbindt, stak Kiev zijn leedvermaak niet onder stoelen of banken. Maar tot op vandaag zijn er geen bewijzen of bekentenissen die Oekraïne daar als schuldige aanwijzen.