
De Xink-concerten? Een reünie van een generatie!
Nog voor de start van het comebackconcert van Xink in de AB overviel me een vreemd gevoel: nooit eerder moet ik in een ruimte geweest zijn met zoveel mensen die op mij leken. Een vertrouwd, maar ook benauwend gevoel.
Bijna zonder uitzondering werd ik in de AB omringd door andere witte Vlamingen, en dan vooral jongemannen, van rond de dertig - wie geboren is voor 1989 of na 1995 begrijpt hoegenaamd niet waarom Xink, twee decennia nadat ze in 2003 de allereerste editie van Eurosong For Kids wonnen, nu vier keer de Ancienne Belgique uitverkoopt. Maar ons, de aanwezigen, moest je dat niet uitleggen. Niets sterker dan de kracht van nostalgie.
Het concert van Xink (tegenwoordig met een ‘i’ ipv ‘!’) voelde dan ook als een reünie van een generatie. Rondom mij zag ik allemaal leeftijdsgenoten die, zoals ik, als kind verwonderd keken naar het beginnende Ketnet, als tiener de verwarring van 9/11 en de war on terror ervoeren en pas later, door de opkomst van Facebook en sociale media, ontdekten dat de wereld groter was dan de kerktoren waaronder we zijn opgegroeid. Het is dezelfde generatie die vijf jaar geleden zo massaal voor de bijl ging voor de Sportpladijs-concerten, waar naast Spring en Samson & Gert ook Xink-zanger Jonas Meukens (toen nog solo) optrad, die daar en toen besefte hoeveel gevoelige snaren zijn hit ‘De vriendschapsband’ nog steeds raakte.
Voor onze generatie volstaat het immers om de eerste zin ‘Het begon toen ik een kleuter was…’ te horen om de rest van het lied luidkeels te kunnen meezingen. In de AB leken we ons weer te herinneren dat Xink geen onehitwonder was, maar heel wat andere catchy deuntjes had die nog ergens diep in ons collectieve geheugen opgeslagen zitten. Meukens, die zijn guitige charme van twintig jaar geleden nog steeds heeft behouden, genoot er met volle teugen van om ze opnieuw te kunnen zingen, en wij om ze enthousiast mee te kwelen.
• Recensie | Xink in AB: meer dan een nostalgisch weerzien
We mogen dan op gemeenschappelijke grond zijn opgegroeid – aan de andere bezoekers te horen was dat vaak Kempische zandgrond – toch voelde ik tijdens het concert ook een vorm van dissociatie. Terwijl ik de mensen rond mij, waarvan velen met terugtrekkende haarlijn, hun jeugd zag herbeleven, schoten er allerlei vragen door mijn hoofd. Wat is er in die twintig jaar allemaal gebeurd in jullie levens? Zijn jullie ook uitgeweken naar de stad, uit ambitie of om er de liefde te vinden? Of gaan jullie op vrijdagavond nog steeds naar de voetbaltraining en daarna op café met de maten uit het dorp – zoals we vroeger samen deden? Vinden jullie het fijn om omringd te zijn door mensen die op jullie lijken? Of voelt die homogeniteit voor jullie ook enigszins benauwend, omdat onzichtbare groepsdruk en maatschappelijke verwachtingen afwijkende individuele levenskeuzes in de weg kunnen staan?
Bij ‘Misschien’, de enige nieuwe single van Xink en de huidige nummer één in De Afrekening op Studio Brussel, riepen we uit volle borst mee met ‘Ik heb geen idee wat morgen brengt’ en ‘We zullen zien, misschien’. Terwijl we – oh ironie – in realiteit maar al te goed weten dat de dag na het concert alweer een dag volgt waarop we naar kantoor moeten, het kind naar de crèche brengen of onze verbouwingen superviseren. De vrijheidskreet van Xink mag dan lekker rebels klinken, op onze leeftijd voelt het ook naïef en als een collectieve ontkenning.
Maar laat nu precies dát de gigantische aantrekkingskracht verklaren van de Xink-concerten en de Sportpladijs-feestjes, toch voor onze generatie dertigers: nog één keer geteleporteerd worden naar een tijd waarin de toekomst nog helemaal open leek te liggen. In de AB vierden we een uur lang ons gemeenschappelijke verleden. En ook al zijn we, misschien, in de loop der tijd wat uit elkaar gegroeid, toch weten we maar al te goed: een band gaat nooit stuk.