Overheidssteun voor fossiele brandstoffen was nog nooit zo groot

Wil de wereld de klimaatopwarming beperken tot ‘ver onder’ 2 graden Celsius, dan moet de ­wereld in de volgende decennia ­afraken van fossiele brandstoffen en die vervangen door koolstofvrije energiebronnen. Die ambitie hebben zowat alle overheden ter wereld zeven jaar geleden onderschreven in het akkoord van Parijs.

Maar door de energiecrisis en de oorlog in Oekraïne zijn overheden net weer meer financiële steun aan fossiele brandstoffen gaan ­geven. Om hun burgers te beschermen ­tegen ongeziene prijsstijgingen van fossiele brandstoffen – vooral voor aardgas – hebben ze ­vorig jaar een record uitgegeven aan subsidies. In totaal vloeide zo’n 1.000 miljard dollar aan steun naar de consumptie van aardgas, olie en steenkool, aldus het Interna­tionaal Energieagentschap (IEA).

Stookoliecheques

Ook in ons land gaf de overheid kortingen op de stroomfactuur of deelde ze stookoliecheques uit, om de energiefactuur voor gezinnen en bedrijven te drukken.

In de Europese Unie, die wilde ­afstappen van fossiele brandstoffen uit Rusland en de meest uitgesproken prijsstijgingen zag, werden meer dan dubbel zo veel subsidies voor fossiele brandstoffen uitgedeeld als in de rest van de ­geavanceerde economieën. Onder meer Spanje, Nederland en het VK voerden een plafond in op de energiefactuur.

Het IEA vreest dat zo een rem wordt gezet op de noodzakelijke energietransities. De denktank Bloomberg New Energy Finance becijferde eerder al dat de wereldwijde steun voor fossiele brandstoffen meer dan dubbel zo hoog lag als de investeringen in hernieuwbare energiebronnen.