Foto: reuters

Medewerkers beschuldigen ‘The New York Times’ van transfobe berichtgeving

Honderden medewerkers van de Amerikaanse krant The New York Times ondertekenden een open brief waarin zij de krant bekritiseren over bevooroordeelde berichtgeving over transgenderkwesties.

In de brief, gericht aan adjunct-directeur Philip B. Corbett, beschuldigen de medewerkers The New York Times ervan dat het zijn redactionele richtlijnen niet toepast bij de berichtgeving over transgender personen. De richtlijnen verplichten redacteurs ‘een professionele afstand te bewaren, vrij van elke zweem van vooringenomenheid’. Volgens de ondertekenaars gebeurt dat niet en zou de krant genderdiversiteit behandelen met ‘een griezelig vertrouwde mix van pseudowetenschap en verbloemd, geladen taalgebruik’.

In de brief worden enkele voorbeelden aangehaald, waaronder een artikel van correspondente Katie Baker. Daarin zou zij de strijd over het recht van kinderen op een veilige gendertransitie ‘verkeerd kaderen’. Ook Emily Bazelon kwam in het vizier door haar artikel over kinderen die hun genderidentiteit in twijfel trekken. Zo gebruikte Bazelon de term ‘patient zero’ om te verwijzen naar een van de eerste kinderen die transgenderzorg kreeg. Die terminologie wordt doorgaans gebruikt om de bron van een epidemie aan te duiden en zou transgender zijn ‘verguizen als een ziekte die gevreesd moet worden’.

Volgens de brief levert het munitie aan conservatieve politici, die uit de artikels citeerden tijdens debatten over wetsvoorstellen die transgenderzorg voor jongeren zouden verbieden. De artikelen zouden eveneens gebruikt worden ter ondersteuning van de juridische gevechten over dergelijke wetsvoorstellen.

Uitvergroot conflict

De brief hekelt ook de recente beslissing van The New York Times om het contract van transgender opinieschrijver Jennifer Finney Boylan niet te verlengen.

‘Een klein percentage van de bevolking is trans, en een nog kleiner percentage daarvan heeft te maken met het soort conflict dat de Times zo graag wil uitvergroten’, klinkt het in de brief. ‘Er is geen aandacht voor de duizenden ouders die gewoon van hun kinderen houden en hen steunen, of voor de hardwerkende professionals van The New York Times die een vijandige werkplek dienen te verdragen.’

Medewerkers beschuldigen ‘The New York Times’ van transfobe berichtgeving
Jennifer Finney Boylan. Foto: AP

Op de lijst van ondertekenaars staan enkele prominente journalisten van de krant, waaronder opiniemedewerker Roxane Gay, cultuurverslaggever J. Wortham en voormalig verslaggever Dave Itzkoff. De lijst telt ook een groot aantal schrijvers die bijdrages leveren aan andere media, zoals Ed Yong en Jia Tolentino.

Intussen werd ook een tweede brief opgemaakt en verstuurd door belangenorganisaties die het opnemen voor de lgbti-gemeenschap, waaronder GLAAD.

‘Trots op berichtgeving’

Charlie Stadtlander, de woordvoerder van The New York Times, bevestigde de ontvangst van beide brieven. In een reactie op de Amerikaanse nieuwssite en radiozender NPR onderstreepte hij dat The New York Times wel degelijk onafhankelijke berichtgeving over transgenderkwesties nastreeft. ‘Onze journalistiek streeft ernaar de ervaringen, ideeën en debatten in de samenleving te verkennen, te bevragen en weer te geven om de lezers te helpen deze te begrijpen. Onze berichtgeving deed precies dat en daar zijn we trots op’, aldus Stadtlander.

Wist je dat je ook zonder abonnement elke maand 3 betalende  plus-artikels kunt lezen?

Meld je aan en lees gratis ›

Vul je e-mailadres en wachtwoord in

Aangeboden door onze partners
Aangeraden