
Europees Parlement wil politieke advertenties beteugelen tegen 2024
In de aanloop naar verkiezingsjaar 2024 wil het Europees Parlement een verordening rondkrijgen die gerichte politieke advertenties aan banden legt. Een uitgavenplafond voor politieke reclame is niet aan de orde.
De advertentiemachine van de techbedrijven die u weet te vinden in het uitgebreide politieke reclamelandschap, gaat te ver voor het Europees Parlement. Achter de gesponsorde video’s van parlementaire tussenkomsten, sympathieke nieuwjaarswensen of mediaoptredens van politici op uw tijdlijn zit een heel raderwerk. Zo kunnen politieke partijen u advertenties onder de neus duwen op basis van wat u elders liket, deelt of bekijkt. Van de radiozender die u volgt, tot uw zoektocht naar goedkope brandstof: elk deeltje info gidst u naar de ‘juiste’ politieke advertentie.
Het Europees Parlement heeft plannen klaar om daar binnenkort paal en perk aan te stellen. ‘We willen gevoelige informatie uitsluiten’, zegt Tom Vandenkendelaere (CD&V), die het dossier opvolgt voor zijn christendemocratische fractie EVP. ‘Zo willen we niet dat partijen gerichte reclame sturen op basis van iemands geaardheid, etniciteit of religie.’ Politieke advertenties worden zeker niet verboden, maar zullen slechts op basis van drie openbare parameters en iemands locatie worden uitgestuurd. Het moet ook gaan om informatie die u expliciet deelde met de wereld, bijvoorbeeld door op uw profiel te delen wat uw hobby’s zijn.
In de laatste zestig dagen voor de stembusslag zou de regelgeving zelfs nog iets strenger moeten en mogen nog minder gegevens gebruikt worden. Daarnaast zou de wet moeten verzekeren dat u perfect kunt nagaan op basis van welke criteria politieke reclame naar u werd gestuurd.
Het Europees Parlement legt zichzelf een ambitieuze deadline op: de Europese verkiezingen van 2024. ‘Ambitieus, maar het moet haalbaar zijn’, schat Vandenkendelaere. In België vallen die samen met de federale en Vlaamse stembusgang. In oktober van datzelfde jaar staan provincie- en gemeenteraadsverkiezingen op de agenda. In de verkiezingsrace daarnaartoe zouden partijen dus al rekening moeten houden met de nieuwe wetgeving.
Geen rem op uitgaven
Wat de precieze impact zal zijn van de wet, is nog koffiedik kijken. De wet voorziet niet in een uitgavenplafond om de hoge advertentie-uitgaven van partijen te beteugelen. Belgische partijen lopen daar Europees op kop: zo’n 5 miljoen euro in 2022. Daarmee overtroeft ons land zelfs landen die in verkiezingsmodus zitten.
• Partijen gaven nooit zoveel uit op sociale media, en dan moeten de verkiezingen nog komen
De wet zoals het Europees Parlement die nu voorstelt, ligt nog niet in een definitieve plooi. Hoewel voor het huidige voorstel al een meerderheid is gevonden, krijgen alle fracties in het parlement nog de kans om over amendementen te stemmen. Daarna moet de Raad, waar de ministers van de lidstaten samenkomen, zich op zijn beurt over het voorstel buigen. Na wat interinstitutioneel pingpong kan het voorstel dan alsnog aangepast uit de bus komen. De Raad neemt voorlopig minder forse standpunten in dan het parlement. Zo wil het iets soepeler omspringen met de parameters, de transparantie en de tijdspanne waarin bedrijven informatie mogen verzamelen.
Verder is het nog afwachten in hoeverre lobbywerk van de techreuzen het wetgevende werk nog zal doorkruisen. ‘Het raakt techbedrijven inderdaad in hun businessmodel’, erkent Vandenkendelaere. ‘Maar voor veel van die bedrijven zijn de politieke advertenties niet de grootste inkomstenbron. Bovendien is de wetgeving broodnodig’, verdedigt Vandenkendelaere. Na het aannemen van de wet ligt de bal in het kamp van de lidstaten om ze te handhaven. ‘Uiteraard moet dat overal op dezelfde manier gebeuren’, klinkt het.