
Nog 343.000 banen nodig voor genderevenwicht
Twee derde van de tewerkstellingskloof tussen mannen en vrouwen is weggewerkt.
Vrouwen werken minder vaak dan mannen, hun loon ligt lager en hun promotiekansen zijn kleiner. Dat is het slechte nieuws. Maar het goede nieuws is dat de verschillen langzaam maar zeker aan het verkleinen zijn, meldt een rapport van de Hoge Raad voor Werkgelegenheid.
Neem de werkgelegenheidsgraad: het deel van de bevolking dat daadwerkelijk aan de slag is. Bij mannen is dat sinds jaar en dag ongeveer driekwart, bij vrouwen is het in een kwarteeuw gestegen van 50 procent naar 67 procent. De kloof is dus danig verkleind. Het doel is om het resterende verschil tussen nu en 2030 nog te halveren. Om dat te realiseren, moeten er in die periode 343.000 vrouwen extra aan de slag.
De Raad stelt ook vast dat de vrouwelijke werkgelegenheid sterk geconcentreerd is, bijvoorbeeld in de zorg en het onderwijs. De bouw en de informatica blijven mannenbolwerken. Ook deeltijdwerk speelt een belangrijke rol in de ongelijkheid: 4 op de 5 deeltijdse werknemers zijn vrouwen. Een vijfde van hen zou liever voltijds werken. In sommige sectoren met een oververtegenwoordiging van vrouwelijke werknemers, zoals detailhandel of schoonmaak, worden vrijwel alleen deeltijdse banen aangeboden.


De mate waarin vrouwen betaald werk uitoefenen, hangt sterk samen met opleidingsniveau en afkomst. Van kortgeschoolde vrouwen van niet-Europese herkomst werkt bijvoorbeeld maar 30 procent, van hooggeschoolde vrouwen uit België of de EU-landen is dat 87,5 procent. Hoger opgeleide vrouwen hebben betere kansen op de arbeidsmarkt. Ze vinden zelfs sneller een baan dan mannen. Maar zodra ze kinderen krijgen, verdwijnt dat voordeel. Ook naderhand blijven ze een achterstand houden.
Kinderopvang
Goede kinderopvang is volgens de Raad essentieel om de kansen van vrouwen op de arbeidsmarkt te vergroten. Ze pleit ook voor een verplichting om het ouderschapsverlof evenwichtig tussen beide ouders te verdelen. Nu neemt de moeder meestal meer verlof op dan de vader. Daardoor worden de arbeidsmarktverschillen in stand gehouden. De raad beveelt ook meer transparantie aan over lonen, aanwervingen en promoties. Die processen bevatten vaak patronen die vrouwen benadelen, zoals de geringere kansen om door te stoten naar de top (het glazen plafond) en het promotiebeleid dat mannen vaak bevoordeelt (de kleverige vloer).