in beeld
Hoogbejaard bloemetje
Carola Radke/MfN
Ze heeft wat weg van een camelia, deze fossiele bloem die bijna veertig miljoen jaar geleden in een Baltisch bos in een druppel hars opgesloten raakte en zo voor de eeuwigheid bewaard bleef. Met zijn bijna drie centimeter diameter is het fossiele bloemhoofd haast drie keer zo groot als andere bewaard gebleven bloemen, schreven twee Duitse onderzoeksters donderdag in Scientific Reports. Zo goed is de structuur ervan bewaard gebleven, dat zelfs aparte meeldraden nog zichtbaar zijn.
Stollend hars is een trefzekere manier om levende wezens voor verval te bewaren. Opgesloten in barnsteen zijn vooral prehistorische insecten overgeleverd; bloemfossielen komen beduidend minder vaak voor. Deze in barnsteen opgesloten zeldzaamheid is naar schatting tussen 34 en 38 miljoen jaar oud, en stamt uit het Late Eoceen, toen de aarde veel warmer en vochtiger was dan vandaag. Tot aan de polen was onze planeet met bomen bedekt, in het Balticum groeide regenwoud. Dat verklaart de verwantschap van Symplocos kowalewskii – want zo noemden de onderzoeksters de fossiele bloem – met een geslacht van altijdgroene struiken dat vandaag alleen nog in Aziatische regenwouden voorkomt.
Het bloemfossiel lag al sinds 1872 stof te vergaren in de collectie van de Bundesanstalt für Geowissenschaften in Berlijn, toen Eva-Maria Sadowski en Christa-Charlotte Hofmann besloten er een nadere blik op te werpen. De Symplocos is ook niet de oudste gefossiliseerde bloem die we kennen. Die eer komt toe aan een (drie vierkante millimeter kleine) bloemknop die nog voor zijn ontluiken in China onder een pak bladeren werd bedolven, om 164 miljoen jaar later in een steenkoolmijn te worden teruggevonden. (hvde)