Qatargate
Metsola stelt strengere controles voor op lobbying in Europees Parlement
Met veertien snelle maatregelen wil Roberta Metsola, de voorzitter van het Europees Parlement, het vertrouwen van de burgers opnieuw winnen.
Voorzitter van het Europees Parlement Roberta Metsola. afp
De afkoelingsperiode voor voormalige leden van het Europees Parlement die willen lobbyen bij verkozen Europarlementsleden, wordt verlengd tot twee jaar. Ze krijgen ook niet langer een permanente toegangsbadge – ze zullen het moeten doen met dagpasjes – en zullen andere bezoekers niet langer toegang mogen verlenen tot de gebouwen.
Schimmige groepen
Dat zijn twee maatregelen die Roberta Metsola vandaag voorstelt aan de conferentie van de fractievoorzitters. Ze zijn duidelijk ingegeven door de activiteiten van Antonio Panzeri, die na zijn vertrek uit het Europees Parlement in 2019 uitgroeide tot de spin in het web van Qatargate via de ngo Fight Impunity. Ook wil Metsola komaf maken met de officieuze en schimmige vriendschapsgroepen die Europarlementsleden oprichten met derde landen zoals Marokko, Qatar en Azerbeidzjan – officiële lijsten bestaan er niet. Dat soort organisaties, die volgens Metsola kunnen leiden tot ‘verwarring met officiële activiteiten’, moet verboden worden als er al andere vertegenwoordigingen van het EP – zoals delegaties – contacten hebben met die landen.
Lobbyisten en ngo’s zullen zich verplicht moeten registreren in het transparantieregister, en het Parlement zal steekproeven organiseren en controleren of ze eventueel geld ontvangen van derde landen. Er moeten extra medewerkers van het EP ingezet worden om de toepassing van het transparantieregister te controleren. En de verplichting om meetings met derde partijen te signaleren in het register, die nu geldt voor commissievoorzitters en (schaduw-)rapporteurs, moet worden uitgebreid tot alle Europarlementsleden en hun assistenten, als die ontmoetingen verband houden met rapporten of resoluties. ‘Door de gebeurtenissen van de voorbije maand moeten we het vertrouwen herstellen bij de Europese burgers die we vertegenwoordigen’, schrijft Metsola in de aanhef van haar voorstellen. Die vormen volgens haar slechts het beginpunt van een diepgaandere hervorming.