
Concurrentiewaakhond onderzoekt samenwerking grootbanken rond geldautomaten
De Belgische Mededingingsautoriteit (BMA) onderzoekt of er een probleem is van gebrek aan dienstverlening en van concurrentie in de markt van geldautomaten. Het viseert daarbij het project Batopin van de grootbanken.
In een persbericht zegt de concurrentiewaakhond BMA dat het onderzoek naar het project Batopin van de grootbanken nog in een vroeg stadium zit. Met Batopin rollen de traditionele vier grootbanken een net uit van 750 geldautomaten die het bestaande net moeten vervangen. In België bestaat er relatief veel ontevredenheid over het aanbod aan geldautomaten. Vooral in landelijke gebieden is er een toenemend probleem.
Minister van Economie Pierre-Yves Dermagne (PS) zei enkele weken geleden al dat de concurrentiewaakhond met het dossier bezig is. De BMA bevestigt dat en zegt dat het onderzoekt of het project inzake concurrentie én dienstverlening niet tekortschiet.
Als de conclusie van de BMA is dat dat het geval is, kan de BMA Batopin vragen concrete verbeteringen aan te brengen. ‘Bijvoorbeeld door op meer plaatsen in een geldautomaat te voorzien en meer geldautomaten te plaatsen’, zegt Damien Gerard, auditeur-generaal van de BMA in een telefonische toelichting.
Zo’n bijsturingen kunnen er komen in het kader van gesprekken tussen Batopin en de BMA, maar als Batopin onvoldoende zou bewegen, kan de BMA ook maatregelen opleggen. Een stap verder is om structurele gedragswijzigingen op te leggen, maar daar laat Gerard nog niet het achterste van zijn tong zien. Ook boetes zijn mogelijk.
‘Het dossier is één van de prioriteiten van komend jaar’, zegt Gerard. Bij Batopin wijst algemeen directeur Kris De Ryck erop dat de grootbanken al van bij de oorsprong van het project in eind 2019 met alle stakeholders uitgebreid overleg hebben gepleegd. Daar was toen ook de BMA bij. Later volgde een traject met de Nationale Bank gedurende dewelke ‘meerdere verbeteringen’ werden aangebracht, zegt De Ryck.
Nieuwjaarsfooi
‘Batopin is er gekomen omdat er anders op termijn meer dan 30 procent van de gemeenten zonder geldautomaat dreigden te vallen. Het is jammer dat een project dat een oplossing wil brengen, zo zwaar onder vuur komt te liggen.’ Het probleem is dat door het dalend cashgebruik het verhoudingsgewijs duur wordt om nog in voldoende automaten te voorzien. De samenwerking binnen Batopin moet ervoor zorgen dat er een voldoende gespreid net van geldautomaten blijft bestaan.
Batopin wil in principe dat er altijd om de maximaal 5 kilometer een automaat te vinden is, maar dat betekent dat sommige dorpskernen geen geldautomaat meer hebben. Bovendien is die 5 kilometer een afstand in vogelvlucht. Oudere mensen die niet meer voldoende mobiel zijn, hebben een probleem. Terwijl precies vaak oudere mensen nog regelmatig cash willen. Bijvoorbeeld in deze periode van het jaar om hun kleinkinderen een nieuwsjaarsfooi toe te stoppen. In december ligt de vraag naar cashgeld 20 tot 30 procent hoger dan in andere maanden.
Belastingen
De Ryck wijst er ten slotte op dat de overheden het uitrollen van een net allerminst aantrekkelijk maken doordat ze taksen leggen op geldautomaten. ‘Er zijn soms regionale belastingen, maar ook gemeentelijke’, zegt De Ryck. In Wallonië bestaat er een regionale taks van 4.000 euro per jaar per geldautomaat. De hoogste taks wordt geheven door een gemeente in Brussel die 10.000 euro vraagt. De veiligheidsvereisten in België zijn volgens De Ryck dan weer strenger dan in andere landen, wat de kostprijs verder zou opdrijven.