
Orban gaat na ‘vernederende nacht’ door knieën om EU-geld te redden
Hongarije laat zijn veto vallen tegen een lening van 18 miljard euro voor Oekraïne en de invoering van een minimumbelasting voor multinationals. De Europese ‘financiële druk’ op Orban heeft gewerkt.
Met zijn verzet in twee voor de Europese Unie cruciale dossiers hoopte de Hongaarse premier Viktor Orban de andere lidstaten onder druk te zetten om soepeler te zijn dan de Commissie over de bevriezing van Europese middelen voor zijn land.
De Commissie stelde eind november voor om het Hongaarse coronaherstelplan – goed voor 5,8 miljard euro – principieel goed te keuren, maar de uitbetaling van het geld te koppelen aan de uitvoering van enkele ‘mijlpalen’. Daarnaast vond ze dat 7,5 miljard euro aan cohesiefondsen voor Hongarije bevroren moest worden tot de regering-Orban een reeks van zeventien engagementen uitvoerde om de rechtsstaat te herstellen en de corruptie aan te pakken. Dat laatste voorstel viel onder het nieuwe rechtsstaatmechanisme, dat misbruik met Europees geld moet voorkomen.
Rollen omgekeerd
Maar Tsjechië besloot alles in één pakket te gieten en keerde de rollen om. Als Orban zijn veto’s niet liet vallen, dreigden andere lidstaten ermee het herstelplan niet voor eind dit jaar goed te keuren. In dat geval viel het grootste deel van die 5,8 miljard definitief weg.
Bovendien werkten de 26 andere lidstaten een plan B uit voor de lening aan Oekraïne, waarbij de nationale begrotingen gebruikt zouden worden als garantie. Voor de minimumbelasting werd aan een gelijkaardige piste gedacht, via goedkeuring ervan op niveau van de lidstaten. Dat verzwakte de positie van Orban verder. Hij heeft het Europese geld bovendien hard nodig, nu de economie in zijn land begint te slabakken en de inflatie in november steeg tot 22 procent.
Miljard minder bevroren
Maandagavond laat ging Hongarije door de knieën tijdens een vergadering van de ambassadeurs. Het stemde in met de lening voor Oekraïne van 18 miljard over tien jaar om de lopende uitgaven in 2023 te dekken, waarbij de Europese begroting garant staat en de lidstaten de rente betalen. En ook zijn veto over de minimumbelasting voor multinationals, die was overeengekomen binnen de Oeso, liet Orban vallen.
In ruil verkreeg de Hongaarse premier dat het bedrag van de bevroren cohesiefondsen verlaagd wordt van 7,5 miljard naar 6,3 miljard euro. Maar zowel dat geld als de 5,8 miljard van het herstelfonds wordt pas uitgekeerd als Hongarije 27 ‘superengagementen’ uitvoert om de corruptie terug te dringen en de uitholling van de rechtsstaat te herstellen.
Opluchting voor Michel
Tegenover Politico noemde een diplomaat het een ‘vernederende nacht voor Orban’. ‘Hij moest zijn veto’s inslikken en kreeg ternauwernood een vermindering onder het rechtsstaatmechanisme. En dat alles om zijn herstelplan te redden en de markten een beetje te kalmeren.’
De deal, die zonder onverwachte wending morgen formeel wordt goedgekeurd door de 27, is ook een opluchting voor Charles Michel, de voorzitter van de Europese Raad. De vrees bestond dat de Europese top donderdag urenlang gegijzeld zou worden door een discussie over het Hongaarse probleem.