archeologie
Netflix-docu over verloren beschaving is ‘pseudowetenschap’
De druk bekeken Netflix-documentaire Ancient apocalypse verkoopt onzin, zeggen archeologen.
Graham Hancock. Netflix
12.000 jaar geleden, in de ijstijd, kende de wereld een geavanceerde beschaving, met gesofisticeerde kennis van landbouw, meetkunde en astronomie. Die is totaal verdwenen, maar verspreidde wel haar kennis over zowat de hele planeet bij andere, primitievere volkeren. Dat is de centrale these in de docureeks Ancient apocalypse op Netflix.
Nieuw is de theorie niet: Graham Hancock, maker van de serie, publiceert er al sinds 1995 boeken over. In de Netflix-serie bezoekt hij archeologische sites over de hele wereld, zoals Gunung Padang in Indonesië en Cholula in Mexico, op zoek naar bewijzen.
Door echte archeologen (zelf is hij dat niet) is hij in al die jaren nooit ernstig genomen. Dat hij een verband legt tussen zijn mysterieuze oude beschaving en de legende van Atlantis, helpt daarbij wellicht niet. Zijn oude beschaving zou zijn weggevaagd door een gigantische overstroming.
‘Mainstream archeologie’
Dat hij wordt genegeerd, is volgens Hancock een bewijs dat de ‘mainstream archeologie’, zoals hij de echte archeologen graag noemt, de bewijzen bewust wegmoffelt.
Zo’n echte archeoloog, Carl Feagans van het United States Forest Service, noemt dat onzin: ‘De waarheid is dat elke archeoloog die ik ken uitgelaten zou zijn als hij gelijk welke onbekende beschaving zou terugvinden uit de ijstijd, of gelijk welke andere tijd. Al dan niet geavanceerd. Waarom? Vooral voor de roem en de glorie!’
Volgens Feagans is er simpelweg geen enkel bewijs van de beweringen van Hancock.
De theorieën van Hancock zijn ook al racistisch genoemd: de geavanceerde architectuur van, bijvoorbeeld, de Azteken, zou hen zijn aangeleerd door een ouder volk. ‘We haten Hancock niet, zoals hij beweert’, schrijft archeoloog Flint Dibble op de website The Conversation, ‘We geloven gewoon heel sterk dat hij ernaast zit. Zijn gebrekkige theorie veronderstelt dat plaatselijke volken geen krediet verdienen voor hun cultureel erfgoed’. Dibble noemt Ancient apocalypse ‘een achtdelige samenzweringstheorie’.
Wetenschappers wijzen er ook op dat heel vergelijkbare theorieën al veel langer de ronde doen: in 1882 schreef Ignatius Donelly, ook geen wetenschapper maar een Amerikaans politicus, al een boek over de Atlantis-beschaving die door en zondvloed ten onder zou zijn gegaan.