Voorwoord
Een gids voor een uitzonderlijk WK
Door in zijn speech ‘het Westen’ aan te vallen, verdeelt Fifa-voorzitter Gianni Infantino zijn eigen organisatie. isopix
Twee jaar na het eerste WK in 1930 werd op het Fifa-congres in Stockholm een belangrijk besluit genomen. Niet langer een stad, maar een heel land moest de organisatie van de Wereldbeker voetbal op zich nemen. Europa kreunde onder de economische crisis en de Wereldvoetbalbond zocht een land dat de kosten wilde dragen voor een eindronde met zestien deelnemers. De keuze viel op het Italië van Benito Mussolini, dat zich financieel borg had gesteld. De Italiaanse voetbalbond beloofde ‘de lasten van het WK te dragen’ en ‘het toernooi te organiseren in het theater van acht bloeiende Italiaanse steden, alle uitgerust met prachtige, moderne stadions’.
88 jaar later keert het WK opnieuw terug naar een stad. De acht stadions staan in of rond de Qatarese hoofdstad Doha. 25 van de 32 deelnemers hebben er hun basiskamp uitgekozen. Een niet democratisch verkozen alleenheerser staat financieel borg voor het toernooi. De emir van Qatar investeerde volgens voorzichtige schattingen 200 miljard dollar in infrastructuurwerken en andere diensten. Ter vergelijking: het vorige WK in Rusland kostte minder dan 12 miljard, het WK in Brazilië 15 miljard.
• Wie zijn de tegenstanders van de Rode Duivels? En in welke voetbaltempels wordt er straks gespeeld? Lees het in onze WK-gids
‘Het beste ooit’
Het 22ste wereldkampioenschap voetbal is in alle opzichten uitzonderlijk. Voor het eerst vindt het WK in de winterperiode van het noordelijk halfrond plaats. De meeste voetballers beginnen fris en opgeladen aan het toernooi omdat ze nog niet de vermoeidheid voelen van een lang clubseizoen.
Fifa-voorzitter Gianni Infantino denkt nog steeds zoals zijn voorgangers: groot, groter, groots. Winstbejag lijkt boven andere principes te staan
Door de compactheid van het land, de uitstekende kwaliteit van de infrastructuur en de stadions, en de fysieke topvorm van de spelers heeft het WK in Qatar het potentieel om voetbaltechnisch ‘het beste ooit te worden’. De Belgische bondscoach Roberto Martínez nam die woorden in de mond toen er werd geloot voor het eindtoernooi. Bovendien steekt er niet één topfavoriet bovenuit. België was tot vorig jaar de nummer 1 van de wereld, maar heeft die plaats moeten afstaan aan Brazilië. Ook Argentinië, Frankrijk, Spanje en Duitsland dingen mee naar de wereldtitel, terwijl van de grote voetballanden alleen Italië ontbreekt.
De vijf Afrikaanse landen worden geleid door vijf Afrikaanse bondscoaches. Dat is, sinds de dekolonisatie in de jaren 60, een primeur. Ook andere minder traditionele voetballanden, zoals Belgiës eerste WK-tegenstander Canada, starten met ambities aan het toernooi. Wales staat voor het eerst sinds 1958 op een WK en had het geluk in zijn groep Engeland aan te treffen. De VS-Iran is een ander bijzonder duel in dezelfde groep.
Sport is politiek
Feelgoodverhalen zijn er op dit WK genoeg, maar toch hadden de Qatarese emir Tamim bin Hamad Al Thani en Fifa-voorzitter Gianni Infantino in aanloop naar het toernooi last van een slecht geweten. In interviews en speeches vielen beiden vijandig uit naar de westerse pers en publieke opinie, die zich zorgen maakt om mensenrechten en uitbuiting. De Franse president Emmanuel Macron sloot zich bij dat discours aan en riep op om ‘sport niet te mengen met politiek’.
Hoe dat in de praktijk mogelijk is, is een grote vraag. Sport is politiek en dat is precies de reden waarom Qatar het WK naar de Perzische Golf haalde. Het land dat rijk is aan olie en gas, koos het WK voetbal uit om zijn mooie voorkant te laten zien. Intussen kwam het tot de schokkende ontdekking dat de wereld ook in de zij- en achterkant geïnteresseerd is.
• Gianni Infantino, de machtigste man in het voetbal, gaat zijn eigen weg
Ook de Wereldvoetbalbond Fifa mispakte zich aan het WK. Dat voorzitter Gianni Infantino de dag voor de openingsmatch ‘het Westen’ morele lessen spelde, onderstreept het failliet van zijn leiderschap. Infantino denkt nog steeds zoals zijn voorgangers Sepp Blatter en João Havelange: groot, groter, groots. Hij wil het aantal WK-deelnemers verder uitbreiden, van 32 naar 48. Winstbejag lijkt boven andere principes te staan. Dat de Italiaanse Zwitser met zijn gezin in Doha is gaan wonen, helpt niet om een neutrale rol in dit WK op te nemen.
Andere weg
Nochtans is een andere weg mogelijk. De Noorse bondsvoorzitter Lise Klaveness plaatste het gastland acht maanden geleden tijdens een Fifa-congres in Doha voor zijn verantwoordelijkheid. De 41-jarige juriste en ex-profvoetballer benoemde wat er fout gaat in Qatar: de levens die de bouw van de stadions gekost heeft – ook al is er discussie over de aantallen – en het gebrek aan elementaire mensenrechten – Amnesty International noemt er zes op in zijn laatste rapport over Qatar. Klaveness wordt hier en daar al voorzichtig naar voren geschoven als een potentiële Uefa-voorzitter. Indien ze verkozen wordt, riskeert ze tegenover Fifa-voorzitter Infantino te komen te staan. Die is in de traditie van Havelange en Blatter van plan er nog enkele termijnen bovenop te doen.
Dat een andere weg mogelijk is dan die van Infantino, bewijst de Noorse bondsvoorzitter Lise Klaveness. isopix
Door in zijn speech ‘het Westen’ aan te vallen, verdeelt Gianni Infantino zijn eigen organisatie. Het WK in Qatar wordt gespeeld op een kantelmoment. Welke erfenis blijft het langst hangen? Die van Qatar, die zich met een begeerde bruid op de wereldkaart wilde zetten? Of die van de voorgangers om meer gelijkheid en minder discriminatie in het voetbal?
Qatar wilde zijn mooie voorkant laten zien. Intussen kwam het tot de schokkende ontdekking dat de wereld ook in de zij- en achterkant geïnteresseerd is
‘Als de bal rolt’ hopen de voetballeiders dat ‘iedereen het weer over voetbal kan hebben’. Maar dat neemt niet weg dat er al voor het toernooi een punt kan worden gemaakt. Deze WK-gids van De Standaard doet beide – inzicht en achtergrond verschaffen bij wat er zal gebeuren op het veld, en wat er is gebeurd ernaast.
Op het WK 1934 in Italië wonnen de Azzurri uiteindelijk de wereldtitel. Er rust wel heel veel druk op de schouders van de Qatarese internationals om even goed te doen als 88 jaar geleden, en een prestatie af te leveren die in de lijn ligt van de officiële staatspropaganda.