
Rechtspopulisten belonen traditionele liedjes op het Eurovisiesongfestival
Een Poolse polka, Franse chanson of tranentrekkende Portugese fado? Op het Eurovisiesongfestival vallen traditionele liedjes vooral in de smaak bij landen waar het rechts-populisme goed scoort. Dat blijkt uit nieuw onderzoek van twee Nederlandse universiteiten.
De organisatie zou het het liefst in alle toonaarden ontkennen, maar het Eurovisiesongfestival is politiek. Dat werd vorig jaar opnieuw duidelijk toen Kalush Orchestra de hoofdvogel afschoot met een Oekraïens protestlied. Het kan ook subtieler, zo vonden onderzoekers van de Universiteit van Amsterdam en de Universiteit Tilburg. Op basis van twintig jaar songfestivaldata vonden zij dat traditionele liedjes beter in de markt liggen in landen waar rechts-populistische partijen goed scoren.
De onderzoekers analyseerden meer dan 700 liedjes van 40 landen uit 20 jaar songfestivalgeschiedenis, van 1999 tot 2019. Ze gaven de liedjes een score voor ‘etnisch traditionele’ kenmerken, zoals het gebruik van de eigen landstaal, traditionele klederdracht, oude instrumenten en volksdansen. Denk maar aan ‘Party for everybody’ van Buranovskiye Babushki, de Russische inzending uit 2012. Een gezelschap van Russische dames op leeftijd gaf het beste van zichzelf in traditionele klederdracht, met een plateau koekjes op de koop toe.
Vervolgens gingen de drie onderzoekers het verband na met het stemgedrag van de landen en het percentage rechts-populistische politici in hun lokale parlementen. Wat bleek? De liedjes die flirten met lokale volkstradities vinden aanzienlijk meer steun in landen waar het rechts-populisme goed vertegenwoordigd is. Het gaat dan om landen als Hongarije, Servië, Noord-Macedonië en Turkije. De onderzoekers voerden ook nog een check uit voor extra invloeden, zoals landen die traditioneel voor elkaar stemmen. Het gevonden verband bleef statistisch significant.
Populisme voorbij de grenzen
Het onderzoek verscheen begin deze maand in Acta Politica, het wetenschappelijk tijdschrift van de Nederlandse Kring voor de Wetenschap der Politiek. De onderzoeksresultaten bieden volgens de wetenschappers namelijk inzicht in de complexe werking van nationalisme. Ze staven het idee dat etnisch-traditionele uitingen ook over de nationale grenzen heen gevoelens van affiniteit oproepen. Of zoals de onderzoekers het verwoorden: ‘Naar binnen gericht nativisme staat niet noodzakelijk op gespannen voet met positieve gevoelens ten aanzien van etnisch-traditionele uitingen in andere landen.’ Integendeel, ze herkennen elkaar in hun gedeelde afwijzing van het kosmopolitisme. In dat opzicht verwijzen ze ook naar de Europese fracties, waar nationalistische, eurosceptische partijen de handen in elkaar slaan.
De onderzoekers houden wel nog een slag om de arm: ze kunnen niet achterhalen of het individuele stemgedrag daadwerkelijk overeenkomt met politieke sympathieën. Maar algemeen genomen is de trend duidelijk. ‘We stellen simpelweg vast dat populistische steun in een land samenhangt met de populaire culturele keuzes in het algemeen.’
Is het dan een slim idee om pakweg Laïs af te vaardigen naar Liverpool? Dat kan, maar op voorwaarde dat het een goed nummer is. Om punten te scoren blijft de kwaliteit van het nummer de belangrijkste factor. Dat werd dan weer aangetoond in een andere onderzoekspaper.