
Kendrick Lamar laat de Sportpaleistribunes daveren
Een buikspreekpop, een covid-test en een tweepersoonsbed: Kendrick Lamar had nogal wat attributen bij in het Sportpaleis. Gelukkig toverde hij ook een geweldige show uit zijn reiskoffers.
Kendrick Lamar kwam in het Sportpaleis het podium op in het zog van elf dansers. Zo waren ze met twaalf, en dat was net goed: Lamar wil immers komaf maken met het beeld van hem als Messias van de hiphop. Hij ziet zichzelf louter als één van de apostelen.
Dat was meteen de kern van zijn jongste album Mr Morale & The Big Steppers, dat de 35-jarige rapper kwam voorstellen in Antwerpen. Dankzij haarscherpe maatschappelijke observaties op eerdere platen als Good kid, m.a.a.d city en To pimp a butterfly werd Lamar namelijk op het schild gehesen als het geweten van Noord-Amerika. Met Mr Morale deed hij zijn uiterste best om dat voetstuk in twee te zagen: hij biechtte er onder meer een seksverslaving op, trok zijn eigen integriteit in twijfel, en maakte duidelijk dat hij zich de afgelopen jaren bewust afzijdig had gehouden bij politieke kwesties omdat hij die verantwoordelijkheid niet wilde. Zei Lamar op zijn vorige album nog ‘Sit down, be humble’, dan ging hij nu zelf door het stof.
• PODCAST | Hoe Kendrick Lamar zichzelf van zijn troon rapt
Dat waren geen gemakkelijke onderwerpen. Ook de productie die erbij hoorde, met meer strijkers en puntige pianoriedeltjes dan mokerende bassen, riep vragen op over hoe die plaat tijdens een concert tot leven kunnen komen. Het antwoord vond Lamar in de attributenkast: hij bracht ‘United in grief’ met een buikspreekpop, beleefde tijdens ‘Lust’ een koortsdroom op een inderhaast aangerukt bed, en bracht ‘Father time’ achterover geleund in een stoel. Ook Stromae deed tijdens zijn recente shows beroep op dergelijke decorstukken: om een verhaal echt te laten landen, doet enige theatraliteit meer dan eender welke lasershow.
Daverende tribunes
Niet dat er geen lichtspektakel was. Dat werd, samen met de dansers en enkele kilo’s vuurwerk, vooral van stal gehaald voor oudere hits als ‘Backseat freestyle’, ‘Humble’ en ‘M.a.a.d city’. Die werden extra aangezet met rockdrums en -gitaren, en ook Lamar schakelde een versnelling hoger dan bij zijn vorige passages in het Sportpaleis en op Pukkelpop: toen hij nu zijn intentie kenbaar maakte ‘to fuck the world for 72 hours’ klonk dat zo urgent dat we hem haast een condoom wilden aanreiken.
Voor het publiek werkten die klassiekers als een rode lap op een stier. De meest iconische zinnen uit het oeuvre van Lamar werden meegebruld alsof ze er jaren op hadden zitten wachten. ‘Everybody gon’ respect the shooter/ but the one in front of the gun lives forever’, klonk het zo uit bijna 20.000 kelen voor ‘Money trees’ - het Sportpaleis was niet uitverkocht geraakt voor de Pulitzerprijswinnaar, maar de aanwezigen wisten wel waar de klepel hing. Van de nieuwe songs zette vooral ‘N95’ de boel op stelten. Wanneer de beat inviel, daverden de tribunes mee.
De intensiteit van die hits verschilde fel van de bedachtzame manier waarop Lamar nieuwe nummers als ‘Rich spirit’ en ‘Purple hearts’ bracht. Maar het contrast werkte: het deed de oudere songs aanvoelen als levendige flashbacks, die illustreerden hoe Lamar tot zijn existentiële crisis was gekomen. Het narratief stond de hele show lang voorop: terwijl de meeste artiesten bij hun setopbouw vooral rekening houden met of de volgorde muzikaal steek houdt, groepeerde Lamar zijn songs thematisch, rond traumaverwerking, zelfkritiek of verbinding. Het Black Lives Matter-anthem ‘Alright’ werd zelfs in een geheel nieuwe context geplaatst: door zich voor die song door dansers in beschermende pakken op corona te laten testen, leek het nummer plots een hoopvolle boodschap voor de post-coronawereld.
Van ziedend naar zalvend
Na een ziedend eerste uur leek de benzine in de tank van Lamar wel te slinken. De rapper liet steeds langere pauzes vallen tussen de nummers, en bracht zijn songs ook bedaarder. ‘Family ties’, waarvoor zijn voorprogramma en protégé Baby Keem nog eens uit de coulissen kwam, deed de zaal nog een laatste keer veranderen in een zee van hossende ledematen. Maar daarna sloot Lamar af met een trio van meer obscure songs uit Mr Morale, dat het sowieso al meer moest hebben van zijn concept dan van zijn hits.
De piramidevorm waarin de meeste arenaconcerten opgebouwd zijn zomaar omkeren is een gewaagde zet - Lamar stuurde ons niet euforisch de nacht in, maar vol vragen. De songs die hij daarvoor selecteerde, leken die keuze echter meteen uit te leggen als het logische gevolg van de cultusontmanteling die Mr Morale beoogt. ‘I can’t please everybody’, herhaalde hij meermaals in ‘Crown’. ‘I am not your savior’, benadrukte hij verder nog. Die klus moeten we nu eenmaal zelf klaren. Maar een concert als dit geeft de burger moed.
Kendrick Lamar, gezien op 28/10 in Sportpaleis, Antwerpen.
