
Tijd voor wat winterkerstfeestsfeerverlichting!
Wie slipt in de Wetstraat of in de geruchtenmolen belandt, verzeilt vroeg of laat in deze rubriek.
Sfeerverlichting
Zeg niet kerstverlichting, maar wintersfeerverlichting. Althans zo besliste het Leuvense schepencollege. Het Nieuwsblad citeert schepen Dirk Vansina (CD&V) over de kwestie: ‘Het was zeker niet de bedoeling om daar een zwaar punt van te maken dat die naam móést veranderen’, zegt Vansina. ‘Het was eerder een grappig intermezzo in de collegevergadering. De ene sprak van sfeerverlichting, de andere van feestverlichting, nog iemand anders van kerstverlichting. Daarbij maakten we ons de bedenking dat het misschien vreemd was om het kerstverlichting te noemen als die al op 25 november aangestoken wordt, en niet pas na Sinterklaas zoals vroeger. Is het dan nog wel normaal om het kerstverlichting te noemen? Daarom hebben we even wat gelachen en gefilosofeerd over hoe we het zouden moeten noemen, en uiteindelijk is zo “wintersfeerverlichting” in het collegeverslag terechtgekomen. Maar de term doet er niet echt toe, zolang mensen maar weten waarover het gaat.’
Weg sfeer
Nadat het Leuvense college uitgelachen was, bleek niet iedereen dezelfde zin voor humor te delen. De beslissing leidde tot enige digitale identitaire ophef. ‘Stap voor stap schrapen de wokers onze identiteit weg,’ zo tweette Vlaams parlementslid Axel Ronse van de N-VA. ‘Voor Vooruit van Conner Rousseau moeten al onze tradities kapot,’ zo vindt Vlaams Belang-voorzitter Tom Van Grieken, inclusief hashtag #WegMetOns. Daarbij moet u weten dat de burgemeester van Leuven, Mohamed Ridouani, een socialist is. Schepen Vansina benadrukt dat het niet de bedoeling was om er een religieus of inclusief punt van te maken. ‘Kerst is deel van onze stad. Er blijft gewoon een kerstmarkt, kerststal en kerstboom. De benaming kerstverlichting wordt ook zeker niet uit onze communicatie geweerd’, aldus de schepen.
Onbeschoft
Wie andere zorgen aan zijn hoofd heeft dan de officiële omschrijving van de lampjes in de stad, is Jean-Jacques De Gucht, Vlaams parlementslid voor Open VLD, maar ook de enige liberale schepen in Aalst. De liberalen regeerden ooit over de grootste stad van de Denderstreek, maar zijn ondertussen gedegradeerd tot junior partner van de N-VA, die met Christoph D’Haese de burgemeester levert. En die verschrompeling wordt De Gucht aangewreven. Vorige week werd al bekend dat Filip Caudron, de huidige voorzitter, zichzelf niet wil opvolgen wegens ‘vervreemd van deze partij’. Nu breekt ook voormalig voorzitster Joke De Swaef met de partij. Niemand geeft openlijk kritiek op De Gucht, maar anoniem des te meer. ‘Hij is onze voorman, maar er is geen politiek leider aan hem verloren gegaan. Hij blinkt uit in vaagheid en desinteresse. Hij is onbekwaam en vaak onbeschoft,’ zo klinkt het onder meer in Het Nieuwsblad, weliswaar off the record dus. Zei daar iemand vaag en onbeschoft?
Circus
In een interview met het Franstalige blad Wilfried herhaalt premier Alexander De Croo (Open VLD) dat hij geen zin heeft in een ‘nieuw groot institutioneel circus’ na 2024. Een staatshervorming sluit De Croo weliswaar niet uit, maar dan louter om de zaken wat te vereenvoudigen. Net zoals tijdens zijn gastcollege aan de UGent hekelde De Croo de ‘institutionele obsessie’ in België. ‘Ik zie geen enkel ander land waar ze een verziekte relatie hebben met het institutionele.’ Net zoals in Gent mag de N-VA zich aangesproken voelen. ‘Welk land willen we tegen 2030, wanneer België tweehonderd jaar bestaat? Sommigen willen een splitsing of het confederalisme, ik verkies een volwassen federalisme.’