
Tweespalt tussen leden Pink Floyd torpedeert verkoop muziekrechten
De geplande verkoop van de muziekrechten van Pink Floyd zit muurvast. Dat weet de Financial Times. De reden? Onder meer een bitse ruzie tussen de (oud-)bandleden van de rockband.
De Britse band Pink Floyd was van plan de muziekrechten voor een bedrag van naar verwachting meer dan 500 miljoen dollar te verkopen. Volgens de Financial Times waren er al grote namen onder de geïnteresseerden, waaronder Blackstone, Sony Music en Warner Music. Inmiddels heeft de verkoop al een aantal maanden vertraging opgelopen vanwege meningsverschillen over onder meer belastingregelingen.
Daarbij komt dat ex-bassist/zanger Roger Waters in de Verenigde Staten woont en de overige bandleden in het Verenigd Koninkrijk. Bovendien heeft Waters al jarenlang een moeizame relatie met David Gilmour. Een bieder zegt dat die gespannen relatie het ‘onmogelijk’ maakt een deal te sluiten. Een andere betwijfelt of het ooit nog mogelijk is om de muur te slopen, aangezien de bandleden voortdurend en schijnbaar zonder aanleiding ruzie maken.
Oekraïne
De controversiële uitlatingen van Waters omtrent Oekraïne deden een potentiële deal ook geen goed, voegt de Financial Times daaraan toe. In een open brief had Waters kritiek geuit op het Westen (vanwege de wapenleveringen), en op de Oekraïense president Volodimir Zelenski.
De afgelopen jaren verkochten meer grote artiesten hun muziekrechten, zoals Neil Young, Sting en Bob Dylan. Daar verdienden ze honderden miljoenen dollars aan.
Pink Floyd werd in 1965 opgericht, van de oorspronkelijke bezetting bleef alleen drummer Nick Mason over. De megaband had zijn grootste succes met het album Dark side of the moon, dat in 1973 uitkwam. Singles als ‘Money’ en ‘Another brick in the wall’ behoren tot de grootste hits.