
Nobelprijs Geneeskunde naar uitlezing fossiel DNA
De Zweed Svante Pääbo (67) wint dit jaar de Nobelprijs Geneeskunde voor zijn pionierswerk in de ontrafeling van het genetische erfgoed van uitgestorven mensachtigen. Dat heeft het Zweedse Karolinska Instituut vanochtend bekendgemaakt.
Svante Pääbo, die verbonden is aan het Max Planckinstituut in Leipzig, bedacht technieken om DNA-fragmenten uit opgegraven fossiele beenderen uit te lezen en weer in elkaar te puzzelen tot de originele erfelijke blauwdruk van deze menselijke vooroudersoorten.
Met zijn onderzoek speelde Pääbo volgens de Nobeljury klaar wat altijd voor onmogelijk was gehouden: hij reconstrueerde het genoom (de volledige genencatalogus) van de neanderthaler, een uitgestorven verwant van de huidige mens. Pääbo kwam door fossiel DNA-onderzoek ook tot de sensationele ontdekking dat in de steentijd in Siberië een andere menselijke verwant moet hebben geleefd, de tot dan toe onbekende denisovamens. Van belang voor de geneeskunde is dat Pääbo heeft kunnen aantonen dat er genoverdracht heeft plaatsgevonden van deze vandaag uitgestorven mensachtigen naar de Homo sapiens, na de migratie van deze laatste uit Afrika zo’n 70.000 jaar geleden. Die genenstroom naar de hedendaagse mens heeft gevolgen gehad voor diens fysiologie, stelt het Nobelcomité, bijvoorbeeld voor de manier waarop het immuunsysteem op infecties reageert.
De Nobelprijs bedraagt dit jaar tien miljoen Zweedse kroon, omgerekend bijna 920.000 euro.