President van Sri Lanka neemt ontslag na dag vol onrust
De president van Sri Lanka Gotabaya Rajapaksa neemt ontslag op 13 juli. Eerder verklaarde premier Ranil Wickremesinghe ook al dat hij bereid is om ontslag ten voordele van een regering van nationale eenheid. Duizenden betogers kwamen zaterdag op straat in hoofdstad Colombo om het aftreden van de president en zijn regering te eisen. Ze bestormden de officiële residentie van de president en staken de woning van de premier in brand.
Enkele duizenden betogers doorbraken de barricades rond de presidentiële woonst en verschillende mensen konden de woonplaats binnendringen. Sommigen gingen er in een van de bedden van de president liggen, anderen namen een duik in z’n zwembad. De politie zette traangas in en loste waarschuwingsschoten. Twintig mensen werden opgenomen in het ziekenhuis.
De betogers hadden Sri Lankaanse vlaggen bij zich en droegen helmen. Ze waren misnoegd over de aanhoudende malaise in het land. Daarvoor houden ze president Rajapaksa verantwoordelijk. Dat lieten ze ook weten via de slogans die ze scanderen.
Rajapaksa’s wanbeleid werd door de coronacrisis uitvergroot. Nu zit het eiland op een berg schulden en heeft het amper nog buitenlandse valuta. Olie en brandstof zijn schaars geworden, waardoor mensen niet langer mogen gaan tanken. Geneesmiddelen zijn er sinds kort ook amper nog te vinden. Daarenboven gaat het land gebukt onder een inflatie van maar liefst 54,6 procent. Voedselprijzen zijn vervijfvoudigd, twee derde van de bevolking heeft moeite met eten te betalen. De VN waarschuwt dat Sri Lanka weldra in een ernstige humanitaire crisis terechtkomt.