Slechte wegen, telefoonlijnen en schroom voor taliban bemoeilijken reddingswerken in Afghanistan
De hulp in Afghanistan komt traag op gang, nadat een aardbeving aan meer dan 1.000 mensen het leven kostte. Het bergachtige rampgebied is moeilijk te bereiken en verschillende hulporganisaties hadden hun werking in Afghanistan afgebouwd na de machtsgreep van de taliban.
In de nacht van dinsdag op woensdag werd Afghanistan getroffen door de dodelijkste aardbeving in twee decennia. Meer dan 1.000 mensen kwamen om het leven. Het epicentrum van de beving, met een kracht van 6,1 op de schaal van Richter, bevond zich op zo’n 160 kilometer van Kaboel in bergachtig gebied. Dat bemoeilijkt de reddingswerken aanzienlijk, stelt persagentschap Reuters vast. Het verklaart ook waarom er zoveel doden vielen. Heel wat Afghanen lagen te slapen in huizen die niet bestand waren tegen natuurgeweld.
‘We kunnen het gebied niet bereiken en de telefoonnetwerken zijn te zwak’, vertelt Mohammad Ismail Muawiyah, een woordvoerder van de Taliban in de zwaarst getroffen provincie Paktika, aan Reuters. Lokale verslaggevers zien hoe de stad Gayan, dichtbij het epicentrum, aanzienlijke schade heeft opgelopen. Met modder ommuurde gebouwen zijn ingestort. In de stad, die niet over verharde wegen beschikt, heerst een grote drukte. De straten lopen vol Taliban-soldaten. Ambulances rijd af en aan en in de buurt landen helikopters met hulpgoederen, met grote stofwolken tot gevolg. Donderdag, een dag na de beving, bereiken de eerste hulpgoederen de getroffen gebieden.
Internationale hulp
Op Twitter roept een woordvoerder van de talibanregering hulporganisaties op om alle zeilen bij te zetten, ‘zodat een grotere ramp vermeden kan worden’. Het Wereldvoedselprogramma van de VN heeft al gezegd dat het 3.000 huishoudens zal bevoorraden. Ook Japan, Zuid-Korea en Turkije kondigden hulp aan. De taliban wordt via de lucht bevoorraad vanuit Iran en Qatar, en per landtransport vanuit Pakistan. De Amerikaanse president Joe Biden heeft het Amerikaanse agentschap voor Ontwikkelingshulp USAID, een onderdeel van het ministerie van Buitenlandse Zaken, gevraagd om te bekijken hoe ze het best hulp kunnen bieden.
Dat is niet evident, want de talibanregering wordt internationaal niet erkend. Humanitaire hulp droogde op toen de plannen van die regering bekendraakten die meisjes verbieden om naar school te gaan, schrijft The New York Times. De Afghaanse bevolking werd voor de aardbeving al geconfronteerd met ernstige droogte en voedseltekorten. De economie staat op instorten. Noch de taliban, noch de internationale gemeenschap, wenste daar verantwoordelijkheid voor op te nemen. ‘Nu is het tijd voor solidariteit’, reageerde VN-secretaris-generaal António Guterres.
