Reportage WK Counter-Strike
‘Wij zijn allemaal gamers, dit WK is één groot feest’
Gamefans van over de hele wereld zijn naar Antwerpen afgezakt voor het wereldkampioenschap Counter-Strike. In het Sportpaleis strijden topteams om de prijzenpot van 1 miljoen dollar. ‘Gamen is mainstream geworden.’
De spanning loopt op tijdens de match van Ninjas in Pyjamas tegen Faze, de favoriet.
Een oorverdovend gejoel galmt door het Sportpaleis. Tien jongemannen verschijnen op het podium. Voor velen nobele onbekenden, maar hier zijn het rocksterren van het kaliber van Bruce Springsteen. De toeschouwers, getooid in T-shirts van hun favoriete ploeg, gaan uit hun dak en zwaaien met vlaggen. Je kunt de opwinding haast proeven. Alsof de Rode Duivels aan de finale van een WK beginnen.
Net als bij concerten is er een stand met merchandising.
Het is dan ook een soort van wereldkampioenschap. De ‘PGL Major Antwerp’ is een toptoernooi van de videogame Counter-Strike: Global Offensive (CS:GO). Daarin nemen telkens twee ploegen van vijf spelers de wapens tegen elkaar op in een razendsnelle en tactische shootergame. Het evenement is al een week in Antwerpen bezig. Tijdens de kwartfinales op donderdagnamiddag was het Sportpaleis slechts voor een kwart gevuld. Maar voor de laatste rondes dit weekend wordt een vol huis verwacht: meer dan 10.000 fans die nagelbijtend naar het grote scherm staren, en hun team naar de overwinning schreeuwen. Dan zijn er nog de talloze toeschouwers die vanop afstand kijken, via livestreaming. Er wordt op meer dan 150 miljoen kijkers gerekend. De prijzenpot is 1 miljoen dollar.
Een Deense held
Donderdag lijkt Faze, een Amerikaans-Europees topteam, de favoriet. Telkens als een tegenstander van het andere team – Ninjas in Pyjamas (NIP) – wordt neergekogeld, barst applaus los. ‘Karrigan! Karrigan!’, roepen ze. Het is de nickname van Finn Andersen, de 32-jarige leider van Faze. En het moet gezegd: hoe hij in één ruk drie vijanden na elkaar te grazen neemt, oogt erg indrukwekkend. De Deen is de held van de avond. Topgamers als hij verdienen makkelijk tienduizenden euro’s per maand. De twee teams zitten aan weerszijden van het podium achter computers, de ogen strak op het scherm gericht. Achter hen staat een coach non-stop instructies te roepen.
‘Waarom ga je naar voetbal kijken? Om voor je team te supporteren, toch? Dat is hier net zo’ Layla Rahiem Gamer en toeschouwer
Het maakt indruk op Layla Rahiem (22) uit Rotterdam. Zelf speelt ze al jaren CS:GO, ‘maar om prof te kunnen worden was ik er beter op 13 jaar al mee begonnen’, zegt ze lachend. Ze trok ook al naar Keulen en Stockholm voor toernooien. ‘Voor de sfeer, de gezelligheid’, zegt ze. ‘Waarom ga je naar voetbal kijken? Om voor je team te supporteren, toch? Dat is hier net zo.’ De gamingwereld is nog erg mannelijk, ook in het publiek zitten meer mannen dan vrouwen. ‘Maar er gamen ook erg veel vrouwen’, zegt Rahiem. ‘Ze zijn nu alleen niet hier’, lacht ze.
De game-industrie is gigantisch. Ze is groter dan de muziek- en filmindustrie samen. En e-sporten, zoals dit toernooi, zitten in de lift. ‘Gaming is overal en iedereen doet het’, zegt Stijn Jacobs van studiebureau Insightful. Volgens een onderzoek van zijn bureau spelen 6,1 miljoen Belgen boven 16 jaar weleens een game. ‘Het is níét niche. Het is mainstream, toch komt het vaak in de vergeethoek terecht.’
De scene raakt moeilijk af van het vooroordeel dat gamers vooral bleke, obese computernerds in de kelder zijn. Dat is onterecht. Geen mensenschuwe weirdo’s in het Sportpaleis, wel uitgelaten jonge mensen die passioneel voor hun team supporteren. En die daarbij opvallend vriendelijk zijn voor elkaar.
•Als gamen een spel van miljarden wordt
Toch kun je het spel alleen winnen door de tegenstander te doden. ‘Maar daar gaat het niet om’, zegt Dylan Debraeckeleer (30). ‘Het gaat om tactiek. Zeggen dat dit gewelddadig is, is kortzichtig.’ Een spectaculaire kill toont hier vooral kunde, net zoals een maximum in snooker of een triple 20 in darts. ‘Hier is geen haat’, zegt hij. ‘Wij zijn allemaal gamers. Dit is pure emotie. Dit is één groot feest.’ Zijn vriend zegt dat hij er alles voor over zou hebben om de spelers van Faze eens te ontmoeten. De kans is klein, want als echte supersterren worden die van alles en iedereen afgeschermd.
Van Noorwegen tot Brazilië
Bij de bar staat een groepje hippe jonge kerels te feesten. Mickolai Hansen (23) reisde met vijf vrienden helemaal van Oslo naar Antwerpen voor het toernooi. ‘Dit is geweldig’, zegt hij uitgelaten. Het groepje zweert al zes jaar trouw aan team Faze. Met Havard ‘rain’ Nygaard zit er namelijk een Noor in dat team. ‘In Noorwegen is hij een echte superster’, zegt hij vol bewondering. Maar het gaat om meer dan dat. ‘Ik voel een connectie met het team’, zegt hij. ‘Ik identificeer me ermee.’
‘Ik speel zeven uur per dag. Altijd is er wel een of andere man die zegt dat ik maar in de keuken moet gaan staan. Er is nog veel werk aan de winkel’ Isa Sudati Gamer en toeschouwer
In de wereld van e-sports is CS:GO niet het grootste spel. League of Legends is nog groter. Toch mag het belang van het toernooi niet worden onderschat. ‘Dit is het equivalent van de Champions League-finale’, zegt Stijn Jacobs. ‘En dat in België!’ Organisator PGL koos niet zomaar voor ons land. Meestal vindt dit soort toernooien in Scandinavië, Oost-Europa of de Verenigde Staten plaats. De Benelux en het Verenigd Koninkrijk waren nog een blinde vlek. Maar dankzij connecties met het Belgische game-eventbureau Meta viel de keuze op Antwerpen.
In het publiek zitten gamefans uit alle hoeken van de wereld. ‘Het is mijn eerste keer in Europa.’
Daardoor zakken mensen van over de hele wereld naar de stad af. ‘Ik kwam speciaal voor dit toernooi naar hier. Het is mijn eerste keer in Europa’, zegt de Braziliaanse Isa Sudati (19). We moeten haar niet vragen voor wie ze supportert, want met Furia staat er een Braziliaans team in de kwartfinale. Ook in een voetbalgek land als Brazilië wordt e-sport als échte sport beschouwd, zegt ze. ‘Er zijn Braziliaanse streamers (gamers die hun spel uitzenden op het internet, red.) met meer dan 700.000 kijkers’, zegt ze.
Zelf is ze ook een CS-streamer. Als jonge vrouw wordt ze vaak lastiggevallen. ‘Ik speel zeven uur per dag. En altijd is er wel een of andere man die zegt dat ik maar in de keuken moet gaan staan. Er is nog veel werk aan de winkel.’
Het beste van Zweden
In de zaal gaapt het publiek met open mond naar het scherm, de live commentatoren bespreken elke move, als in een voetbalmatch. Publiekslieveling Faze raakt in geen tijd 0-5 achter op NIP, maar kan het tij toch keren. ‘Ik maakte me geen zorgen’, zegt de Noor Hansen met een wegwerpgebaar. ‘Ik had er vertrouwen in dat het wel goed zou komen.’
In de gang komen we twee jongemannen tegen met een Oekraïense vlag over de schouders. Het thuisland van Alex (18) en Stas (18), al wonen ze al enkele jaren in België. Ze supporteren voor Natus Vincere (Navi), een topteam uit Oekraïne, met ook enkele spelers uit Rusland. ‘Ze steunen ze Oekraïne allemaal’, zegt Alex. Sinds de start van de oorlog sprak het team zijn steun uit voor het belaagde land en zijn weerzin over het conflict. Het deukt de Oekraïens-Russische vriendschap binnen Navi helemaal niet. ‘Dit gaat ook niet om politiek’, zegt Alex. ‘Dit gaat om de sport.’
In de zaal loopt de spanning op tijdens de match van NIP tegen Faze. Een speler van het eerste team neemt in één tel twee tegenstanders te grazen. Brollan, heet hij. ‘Daarom noemen ze hem het beste dat Zweden te bieden heeft’, roept de commentator uitgelaten in zijn microfoon. Maar dan gaat het licht van Brollan plots uit. Met groeten van de held van de dag. ‘Karrigan!’, buldert het uit de boxen. Het publiek wordt gek.
Interview Eefje ‘Sjokz’ Depoortere
‘Dankzij gamen ben ik helemaal opengebloeid’
if
De Vlaamse Eefje Depoortere (34) is op het toernooi presentatrice van het analistenpanel, waar miljoenen kijkers op afstemmen. Als ‘Sjokz’ is zij in het wereldje een echte beroemdheid.
‘Als enig kind werd ik al snel verliefd op gamen. Van mijn veertiende tot mijn zeventiende speelde ik competitief. Ik studeerde geschiedenis en journalistiek, omdat ik sportjournalist wilde zijn. Maar die branche vond ik te intimiderend. Dus probeerde ik het in gaming.’
‘Ik ben ermee opgegroeid, het heeft me verbinding doen maken met mensen. Ik werd vroeger gepest en had het sociaal moeilijk. Ik was een muurbloempje met weinig vrienden. Door online te spelen en met iedereen te praten ben ik opengebloeid. Ik leerde sociaal te zijn. Dat heeft me geholpen. Daarom vind ik het zo onterecht dat gaming als een nutteloze hobby wordt gezien.’
‘Ja. Het is hét tijdverdrijf voor deze generatie, de volgende, en alle generaties die erna komen. Het is fijn dat er ook bij ons nu meer aandacht voor is. Soms vragen mensen of het nog groter moet worden, maar die beseffen niet hoe groot het al is. (lacht) E-sporten trekken meer kijkers dan Major League Baseball, en er gaat meer geld in om dan in de filmindustrie.’
‘Gamen heeft me socialer gemaakt. Het is onterecht dat het als een nutteloze hobby wordt gezien’
‘Het gaat vaak over verslaving. Dat is overdreven, want te veel van eender wat is nooit goed. Ouders hebben de verantwoordelijkheid om te zeggen: ga nu eens buiten. Het cliché dat gamers nerds zijn, is ook bullshit. Er zijn ontzettend veel gamers. Sommigen zou je ‘nerds’ kunnen noemen, maar velen ook niet. Net zoals je onder voetbalfans alle soorten mensen hebt.’
‘Ja. Het fysieke is minder aanwezig dan bij voetbal, maar is toch belangrijk. Je hebt uithoudingsvermogen nodig. Om mentaal scherp te staan moet je ook fysieke capaciteiten hebben. Daarom zijn die topteams omringd door fitnesscoaches, koks, psychologen, analisten, managers en pr-afdelingen. Qua professionalisme moet dat niet voor voetbal onderdoen.’
‘Ja, maar de laatste tien jaar is er veel veranderd. De helft van de gamers zijn meisjes. Ik had er in het begin moeite mee. Toen werd ik afgerekend op hoe ik eruitzag, er werd gezegd dat ik alleen bekend wilde worden. Dat gebeurt nu minder. Ik hoop dat ik er een rol in heb gespeeld, en heb getoond dat er in de gamewereld ook een plaats voor vrouwen is.’
‘Dat is leuk. Ik zou niet als BV aangesproken willen worden op straat. Tegelijk krijg ik nu zeventien interviewaanvragen per dag, ga ik met fans op de foto en staan ze me aan het hotel op te wachten. Dat is flatterend, want het wil zeggen dat ik mijn job goed doe.’
‘Als je mijn Instagramfoto’s ziet, met stadions, jurken en afterparty's, dan lijkt het wel zo. Maar uiteindelijk is het ook een job. Vaak moet ik met een jetlag en te weinig slaap een show doen. Als ik over iets pieker, mag ik dat niet laten blijken. En soms moet ik ondergoed wassen in de badkuip.’ (lacht) (kls)