Recensie rock
Radiohead, maar dan anders
Tom Skinner, Jonny Greenwood en Thom Yorke: mijmeren, jakkeren en zwijmelen. Alex Lake
‘People in the streets, please, we all want the same’, klinkt het vertwijfeld in de eerste minuten van het debuut van The Smile, de band rond Radiohead-leden Thom Yorke en Jonny Greenwood, en drummer Tom Skinner van jazzcombo Sons of Kemet. Meteen zit je onder de hersenpan van Thom Yorke, waar onbehouwen en paranoia elkaar als vanouds in een houdgreep hebben op een bedje van onheilspellende elektronica. Maar het is wanneer dit ‘supertrio’ wegstuurt van het Radiohead-idioom dat het zichzelf overstijgt. Zoals in ‘The opposite’, met zijn Afrikaans getinte gitaarriedels en naar Tony Allen lonkende afrobeatroffels. Of het gortdroge gitaargejakker van ‘You will never work in television again’, een nijdige postpunker die een nieuwe gitaargolf kan aanzwengelen. The Smile doet zwijmelen wanneer het drietal eenvoud opzoekt. In ‘Speech bubbles’ ontluikt harmonie in de schoot van het London Contemporary Orchestra, het dubby ‘The smoke’ is een even betoverende als huiveringwekkende mijmering over de klimaatapocalyps. ‘Free in the knowledge’ is een akoestische meezinger zoals Radiohead ze niet meer maakt. Daarvoor heb je nu dus The Smile.