
Verwarming staat bij meeste gezinnen lager
Ruim de helft van de Belgen heeft de afgelopen weken bespaard op stookkosten. Dat is meer dan in de buurlanden.
Op de vraag of de verwarming in huis minder vaak is aangezet wegens de hoge energieprijzen, antwoordt 55 procent van de Belgische huishoudens positief. De rondvraag is georganiseerd door de financiële groep ING, die in verschillende Europese landen de reactie van consumenten op de inflatie onderzocht heeft.
De Nederlanders bespaarden even vaak op verwarmingskosten als de Belgen, maar de Spanjaarden en de Duitsers deden dat minder vaak. In die landen ging het om minder dan de helft. In Duitsland heeft zelfs een kwart van de huishoudens zijn energieconsumptie in het geheel niet aangepast. In België geldt dat voor 19 procent van de gezinnen, in Spanje heeft slechts 10 procent niets gedaan.
Vaatwasser
Ook op andere manieren werd de energieconsumptie teruggeschroefd. Meer dan de helft van de Spanjaarden liet de vaatwasser of de droger minder vaak draaien, in de andere Europese landen was dat ongeveer een derde van de bevolking. Ongeveer een op de tien huishoudens meldt te zijn overgeschakeld naar een goedkopere energieleverancier, een percentage dat in de verschillende landen niet veel uiteenloopt. Hetzelfde geldt voor het overschakelen op een andere energievorm: in alle landen deed ongeveer een op de tien dat – denk aan stoken met een houtkachel in plaats van met een gasketel. Apparaten vervangen door een zuiniger exemplaar was vooral populair in Duitsland: ongeveer 13 procent meldt dat te hebben gedaan, dubbel zoveel als in België.
Van de vier landen wordt Spanje het hardst getroffen door de inflatie. Vaker dan in de andere drie landen melden de inwoners dat hun financiële situatie is verslechterd, dat ze zich zorgen maken over hun financiële toekomst, dat ze onvoldoende hebben gespaard en hun ambities moeten terugschroeven. Ze zeggen ook het minst vaak dat ze niets merken van de inflatie.
Vertraging
De enquête, die in België werd afgenomen bij 1.005 landgenoten, laat goed zien dat de inflatie niet iedereen in gelijk mate treft. Zo heeft 58 procent de indruk dat het leven minder dan 10 procent duurder is geworden, terwijl 42 procent nu meer dan 10 procent zegt uit te geven. Het officiële Belgische inflatiepercentage bedroeg in maart 8,3 procent, maar het werkelijke cijfer per huishouden hangt af van het bestedingspatroon. Wie veel aan energie uitgeeft, ziet zijn levenskosten meer stijgen dan wie in een goed geïsoleerd huis woont.
Behalve de energieconsumptie hebben de Belgen ook hun spaargedrag aangepast. Ruim een derde zegt minder te sparen, en 14 procent heeft zelfs geld van de spaarrekening afgehaald. Ook op andere uitgaven wordt bespaard. Dat geldt het meest voor de dagelijkse boodschappen (44 procent), kleding (42 procent), horeca (38 procent), vrijetijdsbesteding (34 procent) en reizen (31 procent). Jongeren schroeven hun uitgaven minder vaak terug dan ouderen.
‘Deze gegevens wijzen erop dat de Belgen hun uitgaven in alle goederencategorieën terugschroeven, wat waarschijnlijk zal leiden tot een duidelijke vertraging van de Belgische economie, waardoor er (tijdelijk) een eind komt aan het herstel na de pandemie. Dit lijkt onze prognose van (ten minste) een kwartaal negatieve groei in België dit jaar te bevestigen’, schrijft ING.