6 vragen
Sneeuw in april komt steeds minder vaak voor
Als de voorspellingen uitgekomen zijn, is het land wakker geworden met een sneeuwtapijt. Maar hoe vaak komt dat voor, sneeuw in april?
Op 20 april 1980 won Bernard Hinault een heroïsche uitgave van Luik-Bastenaken-Luik. Karel Hemerijckx
Korrelhagel, natte sneeuw en échte sneeuw. Die vielen deze nacht uit de lucht. Als de voorspellingen van het meteorologisch instituut KMI uitgekomen zijn, werd zo goed als het hele land ’s ochtends wakker met een sneeuwtapijt van ‘tot 5 centimeter, of plaatselijk meer’. Alleen aan zee ligt er mogelijk geen sneeuw. Vandaag is er dus opnieuw sneeuwpret, maar het is ook waarschijnlijk dat de ochtendspits in de war gestuurd wordt. Tot 14 uur geldt code geel voor gladheid op de weg.
‘Wij doen bij het KMI niet aan aprilgrappen’, zegt weerman David Dehenauw, hoofd voorspellingen bij het KMI. ‘En de computers ook niet.’
Om sneeuw te voorspellen zijn weermannen afhankelijk van computermodellen. Die durven onderling al eens te verschillen. ‘Het ene model voorspelt tussen 1 en 6 centimeter, het andere tussen 1 en 4 en nog een ander tussen 2 en 6, behalve aan zee’, zegt Dehenauw. ‘Dus zeggen we dat er tot 5 centimeter kan liggen, of plaatselijk meer.’
‘Dat alle neerslag regen is en er geen vlok sneeuw valt: het zou me verbazen. Omdat alle modellen sneeuw voorspellen, is er een grote kans op sneeuw’, zegt Dehenauw. ‘Maar het kan: de weermodellen zijn dan wel veel verbeterd, missers blijven mogelijk.’
Moeilijker te voorspellen is hoe dik het sneeuwpak zal zijn. ‘Er kunnen grote plaatselijke verschillen zijn. En het hangt ook sterk af van de kwaliteit van de sneeuw: soms zit er veel lucht in, en dan moet het nog wat bezinken. Dan ligt er eerst meer sneeuw dan de modellen voorspellen.’
Wie een sneeuwman wil maken, moet zich haasten. Vanaf de middag zal het sneeuwtapijt al afnemen. ‘In de late voormiddag halen we 3 tot 4 graden. Hoe meer sneeuw, hoe langer het duurt om het te laten wegsmelten. Het zou best kunnen dat niet alle sneeuw op zaterdag verdwenen is’, zegt Dehenauw. ‘Op de wegen wel, omdat er gestrooid zal worden. Maar grasvelden of akkers kunnen wel nog een winters uitzicht hebben.’ Voor de rest van de paasvakantie, die volgende week start, wordt er geen sneeuw meer verwacht.
Sometimes it snows in april, zong Prince in april 1985. En gelijk heeft hij ook in ons land: sneeuw in april komt wel vaker voor, al is het uitzonderlijker geworden. Tussen 1961 en 1990 waren er jaarlijks gemiddeld twee sneeuwdagen in april. In de drie decennia daarna is dat gezakt naar 0,6: in vijf jaar tijd zijn er dus gemiddeld drie aprilse dagen waarop er sneeuw valt. Een sneeuwbui in april wordt stilaan veeleer de uitzondering dan de regel. Het historische recordjaar was overigens 1970: toen waren er 9 dagen met sneeuwval.
‘Maar zó uitzonderlijk is het niet, ook vorig jaar hebben we begin april sneeuw gehad’, zegt Dehenauw. Toen viel er een fikse pak sneeuw van 5 tot 7 april, wat sneeuwpret in de paasvakantie opleverde. Opmerkelijk was toen dat het in de week daarvoor nog meer dan 20 graden was. Over het fenomeen bestaat ook een weerspreuk: nooit is april zo zoet, of het sneeuwt een volle hoed.
Tussen het begin en einde van april neemt de gemiddelde dagtemperatuur sterk toe. Maar het is zeker niet zo dat sneeuw alleen in het begin van de maand april voorkomt. Op 20 april 1991 lag er 3 centimeter sneeuw in Koksijde. Op 29 april 1986 sneeuwde het op verschillende plaatsen in het land. Dat gebeurde ook op 29 april 1919, zo leren de observaties van het KMI.
Ook in mei durft het al eens sneeuwen, al gebeurde dat de laatste 30 jaar erg zelden. De drie decennia daarvoor hadden we gemiddeld één dag met sneeuw per vijf jaar. Doorgaans valt die sneeuw in de Hoge Venen. In 2013, bijvoorbeeld, lag er op 24 mei nog 3 centimeter in Mont-Rigi, een meetpunt tussen Signal de Botrange en Baraque Michel. Nooit eerder lag er zo laat in het voorjaar zo’n dikke laag sneeuw.
Heel soms sneeuwt het ook nog in juni, al blijft die niet liggen. In juni 1975, 1985 en 1991 werd de regen in de Hoge Venen nog vergezeld van sneeuw.
Dat er in april sneeuw valt, kunnen we niet toeschrijven aan de klimaatverandering. ‘Integendeel: de sneeuwfrequentie en -dikte neemt af’, zegt Dehenauw. ‘Deze sneeuwval gaat ertegenin, maar de trend op langere termijn is wel duidelijk.’
Uit het klimaatrapport dat het KMI in 2020 maakte, blijkt dat het aantal sneeuwdagen de voorbije honderd jaar significant gedaald is. Rond 1900 waren er nog meer dan 30 dagen per jaar met sneeuw, nu zijn het er minder dan 20. In Mont-Rigi waren er begin jaren 80 nog in totaal twee maanden waarop er ’s ochtends meer dan 10 centimeter sneeuw lag. Dat komt nog sporadisch voor, zoals in 2013. Maar gemiddeld kwam zulk dik sneeuwtapijt in het laatste decennium nog in totaal ongeveer één maand voor.