
Europa doorbreekt techmonopolies: berichtendiensten moeten worden opengesteld
Technologiereus Meta zal zijn chatapp Whatsapp moeten openstellen, zodat je vanuit andere apps een bericht kunt sturen naar Whatsapp-gebruikers. Dat wordt waarschijnlijk het meest zichtbare gevolg van de ingrijpende DMA-wetgeving, waarover Europa donderdagnacht een akkoord bereikte.
De Digital Markets Act moet de macht van de grote technologiebedrijven aan banden leggen. Het Europees Parlement keurde eind vorig jaar al een versie goed, maar de definitieve tekst is de jongste maanden onderhandeld tussen het Parlement, de Commissie en de Raad. Laat donderdagavond kwam, na een vergadering van acht uur, de witte rook. Al moet die tekst de komende weken nog worden bekrachtigd door het Parlement en de Raad. Volgens Europees vicepresident Margrethe Vestager, verantwoordelijk voor concurrentie, zal de DMA in oktober al van kracht zijn.
De DMA legt aan grote, dominante technologiebedrijven speciale regels op, zodat het voor andere bedrijven mogelijk wordt met hen te concurreren. Die reuzen worden voortaan beschouwd als ‘poortwachters’ die aan een hele reeks nieuwe verplichtingen moeten voldoen. ‘U bent welkom op onze digitale markt, maar u moet zich aan onze regels houden’, zei Thierry Breton, commissaris voor de Interne Markt, tijdens een persconferentie vrijdagmorgen.
Berichten naar concurrerende apps
Wat dat concreet kan betekenen? Onder meer dat apps als Whatsapp verplicht worden om ook aan concurrerende apps toegang te geven tot hun berichtennetwerk. Zo zou je vanuit een app als Signal in staat moeten zijn een bericht te sturen naar een gebruiker van Whatsapp. Dit zou weleens een erg belangrijk symbooldossier kunnen worden, omdat het een echt, zichtbaar verschil maakt voor Europese gebruikers.
Bovendien lijkt het waarschijnlijk dat de interoperabiliteit van chatapps een wereldwijde impact zal hebben. Eerder is gebleken dat de grote technologiebedrijven nieuwe mogelijkheden die ze aan Europese gebruikers moeten aanbieden, met name op het vlak van privacy, meestal ook elders in de wereld gaan aanbieden. Het ziet er dus naar uit dat Europa, met de DMA, voor wat betreft concurrentie op technologiemarkten wereldwijd de nieuwe regels van het spel aan het bepalen is, zoals het in 2018 deed met de privacywetgeving GDPR. ‘Wat we niet willen, is een digitale breuk tussen Europa en andere markten’, zei Andreas Schwab, die namens het Europees Parlement onderhandelde.
Sociale netwerken moeten voorlopig niet interoperabel zijn. Maar er komen nog andere verplichtingen aan voor big tech. Bedrijven zullen de persoonsgegevens die ze van hun gebruikers hebben verzameld alleen maar mogen gebruiken voor doelgerichte advertenties als die daar de expliciete toestemming voor hebben gekregen.
Wat de poortwachters ook niet meer zullen mogen doen, is de eigen producten of diensten hoger rangschikken dan die van hun concurrenten. Aan appontwikkelaars zullen ze niet meer mogen vragen dat die bepaalde diensten gebruiken als voorwaarde om in de appstore opgenomen te worden.
Donderdagnacht werden nog belangrijke knopen doorgehakt, onder meer op wie de DMA precies van toepassing zal zijn. Een ‘poortwachter’ moet een beurswaarde hebben van minstens 75 miljard euro of een jaarlijkse omzet van 7,5 miljard. Die grens ligt lager dan sommigen hadden verwacht, wat betekent dat niet alleen Google, Meta, Apple en Amazon de nieuwe regels moeten volgen, maar ook een aantal Europese bedrijven.
Hoge boetes
Poortwachters die zich niet aan hun verplichtingen houden, kunnen boetes krijgen die 10 procent van hun jaarlijkse wereldwijde omzet bedragen en, bij herhaalde veroordelingen, zelfs tot 20 procent. Maar Europa hoopt vooral dat veroordelingen voor inbreuken voortaan veel sneller kunnen komen. In het verleden liepen antitrustprocessen tegen, bijvoorbeeld, Google, jarenlang om uit te lopen op een eerder bescheiden boete die vervolgens nog eens jarenlang kan worden aangevochten.
De DMA heeft ook een broertje, de Digital Services Act (DSA). Frankrijk hoopte ze allebei te finaliseren tijdens zijn voorzitterschap van de Europese Unie – voor de zomer dus. De DSA ligt gevoeliger, onder meer omdat het gaat over de inhoud van wat er op sociale media wordt geschreven – vrije meningsuiting versus de strijd tegen online haat en desinformatie. De oorlog in Oekraïne maakt dat sommigen dat luik van de tekst nog willen aanscherpen, wat een consensus over de tekst kan bemoeilijken.