
Tsjechische regering haalt hooguit een zesje op Engels
Vanaf juli is Tsjechië een halfjaar voorzitter van de EU. Helaas moeten tolken overuren draaien.
Goed nieuws voor de Europese Unie, was de teneur toen kort voor Kerstmis een nieuwe coalitie van vijf partijen aantrad in Tsjechië. De regering van Petr Fiala oogt moderner en pro-Europeser dan die van Fiala’s voorganger, de populistische oligarch Andrej Babiš.
Maar onder die eurofiele uitstraling schuilt een pijnlijk gebrek aan kennis van de lingua franca van de EU, het Engels. De krant Hospodárské Noviny viste uit dat vijf van de achttien ministers slechts wat rudimentair toeristen-Engels machtig zijn, en enkele anderen niet veel meer dan dat.
Vloeiend Russisch
In vergaderingen met hun collega’s zullen ze voortdurend tolken nodig hebben. Nogal pijnlijk is dat het onder meer gaat om de minister van Financiën (hij zal de vergaderingen van Ecofin moeten voorzitten) en die van Defensie, die overigens – pikant detail voor de Navo-bondgenoten – wel vloeiend Pools en Russisch spreekt.
Nog een geluk is dat de nieuwe minister van Buitenlandse Zaken wel aangeeft behoorlijk Engels te spreken. EU-specialist Petr Kaniok van de universiteit van Brno zegt in The Observer dat Tsjechië zich sinds zijn toetreding bij de EU steevast erg bescheiden opstelt, veel meer dan andere recente lidstaten zoals de Baltische republieken. Kaniok wijt dat aan een achterstand in talenkennis, en noemt dat ‘niet normaal, dertig jaar na de Fluwelen Revolutie’.