Vlaams Parlement
Opnieuw uitstel voor eindstemming gedeeltelijke ‘privatisering zorg’
De meerderheid haalt de eindstemming over de ‘privatisering zorg’ van de agenda. Een advies van de Raad van State vraagt om onderzoek.
Het Antwerpse Zorgbedrijf zijn plannen om de privésector te laten participeren on hold zetten. Walter Saenen
Derde keer wordt niet goede keer. Na twee keer uitstel stond de eindstemming die de intrede van privékapitaal toelaat in de publieke zorgsector, woensdag op de agenda van de plenaire vergadering van het Vlaams Parlement. Maar na overleg in het Uitgebreid Bureau gisteren volgt er nieuw uitstel, tenminste met een week. De aanleiding vormt een kritisch advies van de Raad van State.
Enkele weken geleden sprak de meerderheid van een ‘vertragingsoperatie’. Opnieuw trok de oppositie na de indiening van een amendement voor advies naar de Raad van State. Ze vreesde dat de regeling ook voor ziekenhuizen zou gelden. De Raad blies deze redenering wind in de zeilen.
Dat laatste mag dan niet de bedoeling zijn van de meerderheid, legistiek blijft het een vervelende vaststelling. Want de Raad van State wijst op het risico van ‘oneerlijke concurrentie’ en stelt dat zo’n regeling eigenlijk een zaak van de federale overheid is.
De meerderheid is het niet eens met de gevolgde redenering van de Raad. Bovendien zou een ander decreet dergelijke interpretatie onmogelijk maken. Maar de juridische twijfel noopt tot voorzichtigheid. Uitstel moet juristen de tijd geven om alles waterdicht af te timmeren of desnoods het voorstel te expliciteren. Het hoeft zeker geen afstel te betekenen, maar de hele kwestie loopt inmiddels al maanden vertraging op. Meteen moet het Antwerpse Zorgbedrijf zijn plannen on hold zetten.
Het voornemen om de privésector te laten participeren (tot 49 procent) in de zorg, waarbij de gemeenten toch het laatste woord houden, ligt hypergevoelig. Er is sprake van een ideologische breuk. Tegenstanders vrezen dat privéspelers winsten afromen die op deze manier niet de zorgbehoevenden ten goede komen. Voorstanders spreken daarentegen van een ‘versterking van de zorg’. Publieke initiatieven worden door de taxshift financieel gediscrimineerd ten aanzien van privé- of non-profitspelers. Het voedt de vrees dat lokale overheden zich steeds meer terugtrekken uit de zorg. Alvast in de gezinszorg is de participatie gehalveerd.