Moddergevecht van 10 miljoen euro
Vlaamse baggeraars eisen schadevergoeding, omdat de overheid giftige modder uitvoerde naar Nederland.
Honderdduizenden kubieke meters giftige modder: dat is de inzet van de strijd die de Vlaamse baggeraars de voorbije jaren voerden tegen het Havenbedrijf Antwerpen en de Vlaamse overheid. Slib uit de haven van Antwerpen, zwaar vervuild met TBT, een product waarmee schepen werden beschermd tegen corrosie.
In 2013 begon het Havenbedrijf met verdiepingswerken en zocht een oplossing voor al dat slib. Volgens woordvoerster Annik Dirkx was die toen niet te vinden in België. Na een openbare aanbesteding bleek de goedkoopste oplossing Nederlands: de Slufter, een grootschalige opslagplaats voor vervuild slib in de Rotterdamse Maasvlakte.
Met exportvergunningen van de Vlaamse afvalstoffenmaatschappij Ovam werd de voorbije jaren al ongeveer 200.000 m3 giftig Antwerps slib in de Nederlandse put gestort.
Tot grote woede van de Vlaamse baggerbedrijven Deme, De Nul en Ghent Dredging, die zelf zwaar geïnvesteerd hebben in milieutechnologie, maar de inkomsten van de verwerking aan hun neus zagen voorbijgaan. Ze stapten naar de Raad van State om de exportvergunningen te laten vernietigen. Die heeft de baggeraars nu gelijk gegeven.
Wat al weg is, kan niet meer teruggehaald worden, maar de 213.000 m3 bagger die de komende maanden uit de haven zou worden gehaald, kan niet meer naar Nederland.
Volgens advocate Isabelle Larmuseau, die de baggeraars bijstond voor de Raad van State, is de uitspraak geen verrassing. ‘Het was niet meer dan een verzinsel van Ovam dat de Nederlandse aanpak beter zou zijn. Terwijl het Havenbedrijf gewoon zo goedkoop mogelijk afwilde van zijn giftige bagger.’
Voor Ovam en de Vlaamse overheid dreigt nu ook een zware financiële dobber. Via de rechtbank willen de Vlaamse bagger-bedrijven een schadevergoeding. De gemiste inkomsten schatten ze op ‘ettelijke miljoenen’, tussen 5 à 10 miljoen euro.