
Senator Bert Anciaux wil af van gecoöpteerde senatoren
‘Een schoonheidsfout.’ Zo noemt Bert Anciaux (SP.A) het feit dat er nog steeds 10 gecoöpteerde senatoren rondlopen in de Senaat. ‘Het is een frustrerende functie.’ In de praktijk wordt het veelal gebruikt om niet-verkozen politici ‘op te vissen’, zoals Anciaux zelf.
Vanop een hopeloze plaats moest Bert Anciaux (SP.A) op 25 mei 2014 proberen om een zitje te veroveren in het Vlaams Parlement. De partij beloonde zijn loyauteit (zoals afgesproken) met een coöptatie in de nieuwe Senaat. Maar is het wel een beloning?
‘Ik steek niet onder stoelen of banken dat ik gefrustreerd ben’, geeft hij grif toe. Anciaux, die vorig jaar nog de hoogste score behaalde in het senaatsrapport van deze krant, voelt zich gemuilkorfd en gekortwiekt. ‘Ik ben méér dan actief in de Senaat, maar word voortdurend afgeremd. Zeker de N-VA waardeert niet dat er te veel activiteit is in deze assemblee.’
Senatoren mogen alleen schriftelijke vragen stellen, mits ze motiveren waarom hun vraag meerdere bevoegdheidsniveaus bestrijkt. Gecoöpteerd senator is nu een deeltijdse job, goed voor een halve parlementaire wedde (zo’n 2.500 euro netto per maand, red.). Veel gecoöpteerden hebben naast hun werk in de Senaat een andere hoofdbezigheid. Anciaux heeft dat niet en dat speelt natuurlijk mee, geeft de Brusselaar toe.
‘Je merkt een groot verschil tussen de deelstaat- en de gecoöpteerde senatoren’, zegt N-VA-fractieleidster Annick De Ridder. ‘Die laatste groep vormt bijna een fractie op zichzelf.’
Een vergaarbak voor gebuisden, zo wordt die ‘fractie’ soms smalend genoemd. Sabine de Bethune (CD&V) – zelf deelstaatsenator – gaat niet akkoord. ‘Het klopt wel dat het systeem vaak gehanteerd wordt om ervaring niet verloren te laten gaan of extern talent in te zetten. Ik vind dat geen verkeerde zaak.’
Meer over de Senaat leest u in ‘Een week in het rode pluche’, morgen in dSWeekblad.