Nee, ik voel me niet schuldig als ik vlieg
Patrick Loobuyck stoort zich eraan dat sommigen vliegreizigers een schuldgevoel proberen aan te praten. Het moraliserende vingertje is onnodig en contraproductief.
Patrick Loobuyck stoort zich eraan dat sommigen vliegreizigers een schuldgevoel proberen aan te praten. Het moraliserende vingertje is onnodig en contraproductief.
Patrick Loobuyck stoort zich eraan dat sommigen vliegreizigers een schuldgevoel proberen aan te praten. Het moraliserende vingertje is onnodig en contraproductief.
Wie? Moraalfilosoof, verbonden aan de UAntwerpen en de UGent.
Wat? We moeten minder hameren op individuele verantwoordelijkheid. Het zijn de maatschappelijke structuren waarbinnen we keuzes maken die ecologisch rechtvaardiger moeten worden.
Deze zomer gaan we met het gezin vliegen. Vrij ver zelfs. En niet zo lang geleden nam ik het vliegtuig voor mijn werk naar Italië. Sommigen vragen expliciet of ik me daar niet schuldig over voel, anderen laten subtiel blijken dat ik me moet schamen.
Mensen die het milieu een warm hart toedragen, hebben weleens de neiging om het probleem van de klimaatopwarming te individualiseren en mensen voor hun gedrag te culpabiliseren. Ik stoor me daar al langer aan. Het is alvast positief dat de woordvoerders van Youth for Climate aandringen op een politieke aanpak, maar in hun kielzog zijn er wel veel mensen die de moraliserende kaart blijven trekken. Op sociale media en elders lopen ze er graag mee te koop dat ze ecologisch leven. Geen vlees, niet vliegen, wel zonnepanelen en autodelen. Zeer goed. Proficiat.
Helaas is het klimaatprobleem niet op te lossen door een beroep te doen op het individuele geweten. Het is niet alleen onmogelijk, maar ook onwenselijk. Individuele responsabilisering is irrationeel, want als ik niet naar Italië was gevlogen, was het vliegtuig gewoon zonder mij aangekomen. En de kans dat er door mijn beslissing straks minder vluchten zouden zijn, was bijzonder klein. Ik zou persoonlijk de gevolgen ervan ondervonden hebben, de werkelijke wereld niet. Symboolinspanningen zijn goed als je in een belonende God gelooft, maar compleet ondoeltreffend om een wereldprobleem aan te pakken.
Individuele responsabilisering is irrationeel. Als ik niet naar Italië was gevlogen, was het vliegtuig gewoon zonder mij aangekomen
Individuele responsabilisering is evenmin wenselijk. Want dan moet je mensen à la limite aansporen om zich schuldig te voelen over hun bestaan of om kinderloos te blijven. Bovendien is er een reëel risico dat wie zich geculpabiliseerd voelt, afhaakt en zich van de problematiek gaat afkeren. Dat is nefast voor het precaire draagvlak. Individuele responsabilisering is tot slot ook asociaal. Niet iedereen kan zich een elektrische wagen, zonnepanelen, de betaling van vrijwillige CO2-compensaties, een ecologische nieuwbouw of warmtepomp veroorloven.
Druppel op hete plaat
Laten we dus in de eerste plaats actie ondernemen en druk uitoefenen om de maatschappelijke structuren waarbinnen we keuzes maken, ecologisch rechtvaardiger te maken. Op dat punt volg ik de politieke filosoof John Rawls (1921-2002). Hij heeft er altijd op gehamerd dat rechtvaardigheid in de eerste plaats een kenmerk is van de basisstructuur van de samenleving. In een goed geordende samenleving hangt rechtvaardigheid niet af van de individuele voorkeuren van mensen, maar van de manier waarop sociale instituties en bijbehorende (belasting)regels functioneren.
Enkele voorbeelden. Hoewel de luchtvaart slechts verantwoordelijk is voor 3 tot 5 procent van de broeikasuitstoot, creëren de te goedkope tickets overconsumptie. Om dat tegen te gaan, is het moraliserende vingertje naar de vliegtuigreiziger onnodig en contraproductief. We moeten niet zozeer de individuele burger aansporen om in het bestaande systeem het vliegtuig te laten staan. De actie richt zich veel beter op een CO2-taks, op dwingendere stimulansen voor vliegtuigconstructeurs om meer ecologische modellen te bouwen en op een betere en toegankelijkere treininfrastructuur.
Wie meer zonne-energie wil, moet niet naar de individuele burger en zijn geweten kijken, maar nadenken over een structureel beleid. Idem voor ruimtelijke ordening. Maak regels, geef incentives, voer (belasting)beleid, creëer een markt – maar verwacht niet dat iedereen zomaar uit morele overtuiging vanzelf meer ecologisch gaat leven. Dat is niet realistisch. Enkelen zullen dat doen, maar die vormen samen slechts de spreekwoordelijke druppel op de hete plaat.
Ecodictatuur
Ik vind het geen probleem om minder rundvlees te eten, maar dergelijke individuele gedragswijzigingen zullen nooit het verschil maken. Wie aanstuurt op collectieve gedragswijziging op grote schaal, zal uit een ander vaatje moeten tappen. Door in te grijpen op de marktwerking, door nudging van koopgedrag, door regels, belastingen en voordelen die gelden voor producenten en consumenten. Je kunt van mensen niet verwachten dat ze voortdurend en op allerlei terreinen geïnformeerde en verantwoorde keuzes maken die alles samen tot een rechtvaardige wereld leiden. We kunnen wel verwachten dat mensen de regels volgen die van een samenleving een rechtvaardige samenleving maken.
Niemand wordt gevraagd om met plezier belastingen te betalen, maar we gaan er wel van uit dat wie zijn belastingen volgens de regels betaalt, zijn rechtmatige deel heeft bijgedragen. Mensen kunnen daarnaast nog aan liefdadigheid doen of veel geld voor zichzelf oppotten. Ze kunnen veel consumeren of weinig. Maar wat ze ook kiezen, de rechtvaardigheid van de samenleving hangt niet af van hun individuele voorkeuren, maar van het systeem waarin ze functioneren.
Hetzelfde geldt voor de ecologische problematiek. We moeten niet evolueren naar een soort ‘ecodictatuur’ waarin alleen nog milieubewuste mensen mogen leven. Een samenleving die er mee op toeziet dat iedereen het milieu, de biodiversiteit of het klimaat een warm hart toedraagt en daar helemaal naar handelt, is niet langer een open en vrije samenleving. We moeten wel geleidelijk aan evolueren naar een basisstructuur die maakt dat wat je voorkeuren en levensstijlen ook zijn, ze bijdragen aan een vorm van ecologische rechtvaardigheid. We zullen dat niet alleen moeten doen op Vlaams, Belgisch of Europees niveau, maar ook op wereldschaal. Zolang de grote spelers niet meewillen, zijn al onze inspanningen zinloos. Wie de omvang en de schaal van het probleem ziet, beseft dat het resultaat van het eigen ecologische gedrag in het niets verzinkt met de structurele oplossingen die er moeten komen.