BrusselDe ene stadsderby is de andere niet. Zaterdag won Real Madrid verdiend met 1-3 bij lokale rivaal Atlético. Thibaut Courtois kreeg al bij al weinig werk op te knappen: in de tweede helft bokste hij een onverwacht schot vanonder de lat weg op een ogenblik dat Atlético de match in handen had. Vooral in de eerste helft was Atlético–Real een beklijvende topper: technisch en tactisch sterk, van een ongeziene intensiteit, een vol stadion, het soort spektakel waar we hier slechts van kunnen dromen.
Al was er zondagnamiddag in de Brugse derby toch een punt van overeenkomst met de Madrileense strijd: er werd stevig gebikkeld. Tien gele kaarten (waarvan één dubbele) in Madrid, acht (één dubbele) in Brugge. Club begon dominant op de abominabele grasmat van het Jan Breydelstadion en kwam twee keer op voorsprong met uitermate knappe doelpunten: Wesley opende de score met een subtiel hakje, Schrijvers rondde een wervelende combinatie Vanaken-Vormer rustig af. Dankzij een owngoal van Amrabat en een treffer van Cardona halfweg de tweede helft werd het toch nog 2-2. Het slotoffensief van Club leverde niets meer op.
Ziekelijke provocatie
Twee-twee geeft normaal voldoende stof tot napraten over het sportieve verloop van een wedstrijd, maar de gesprekken achteraf gingen ongetwijfeld vooral over de turbulente slotfase. Vier gele kaarten, waarvan een tweede voor Cercle-middenvelder Johanna Omolo, antivoetbal van de thuisploeg dat een puntje wilde overhouden aan de derby, een vervelende sfeer op het veld en in de tribunes. Scheidsrechter Visser liet precies vierenveertig seconden naspelen na de voorziene vier minuten extra tijd, ook al lag het spel veel langere tijd stil.
Als de Reviewcommissie vandaag de beelden bekijkt, past er maar
één sanctie: Irvin Cardona mag niet meer in actie komen in de reguliere competitie
Het dieptepunt moest dan nog volgen. Irvin Cardona plantte een Cercle-vlag op de middenstip, tot grote ergernis van de Clubspelers. Massaal duw- en trekwerk volgde. Cardona werd breed grijnzend afgevoerd door zijn eigen trainer, als een kwajongen die nog een beetje glimt van misplaatste trots, tot groot jolijt van het groenzwarte volk op de tribunes. Als de Reviewcommissie vandaag de beelden bekijkt, past er maar één sanctie: deze Cardona mag niet meer in actie komen in de reguliere competitie. Vijf schorsingsdagen voor deze vorm van ziekelijke provocatie is een minimum.
Het planten van de vlag met de eigen clubkleuren is overigens niet nieuw in de Brugse derby. Het is een vast ritueel geworden na een zege. Bijna zes jaar geleden diende Cercle nog een klacht in tegen Club, toen Clubspeler Ryan Donk na de 0-3 overwinning een blauwzwarte vlag op de middenstip wilde neerpoten. Dat werd als extra pijnlijk ervaren omdat Cercle door die nederlaag barrages moest spelen om degradatie te voorkomen. Eerder dit seizoen deed Ruud Vormer het nog, na de 4-0 thuiszege. En Leandro Trossard waagde het namens KRC Genk na de derby-uitzege in Sint-Truiden. Cardona plantte zijn vlag echter na een gelijkspel, niet na een zege. Zijn gebaar wordt er alleen maar fouter door.
Filiaal van Monaco
De ‘Vereniging’ - zoals Cercle zich graag laat noemen bij wijze van contrast met de ‘club’ die in hetzelfde stadion speelt - is niet meer het sympathieke, kleine en ietwat lelijke eendje van weleer. De drie landstitels uit de geschiedenis van de vereniging zijn allang vergeten, de laatste dateert van 1930. Ver weg is ook de periode van clubspeler par excellence Jules Verriest. Of de drie seizoenen dat Cercle in de middenmoot eindigde, maar wel de topschutter van de eerste klasse in de rangen had, Josip Weber. Onder Glen De Boeck behaalde Cercle elf jaar geleden een vierde plek, de hoogste positie na de Tweede Wereldoorlog.
Als Cercle in de hoogste afdeling speelde, vonden supporters van andere clubs dat wel prettig. Speelde het in tweede, dan werd het niet gemist. Club was alomtegenwoordig, met fans uit heel Vlaanderen, Cercle bleef onzichtbaar, de stille buur, maar toch wel een beetje de ploeg van de stad Brugge.
Veel is veranderd door de nauwe samenwerking met AS Monaco, twee zomers geleden. De Monegaskische club wordt geleid door een rijke Rus, Dmitri Rybolovlev, een man met een kwalijke reputatie. Toen Club in november een Champions League-duel speelde in Monaco, kon Rybolovlev dat niet bijwonen: hij zat in voorhechtenis vanwege een zoveelste corruptiezaak. Cercle is een filiaal van Monaco geworden. In de kern zitten maar liefst negen spelers die van de moederclub worden gehuurd. Ook trainer Laurent Guyot is een Fransman. In de kleedkamer is Frans de voertaal. Cercle vervreemdt. En afgelopen week liet het als vijftiende van de zestien eersteklassers - alleen Eupen doet niet mee - shirtsponsoring door een gokbedrijf toe, Napoleon Sports & Casino. De vereniging is een bedrijfje geworden. De sympathie is weg.
Eén constante toch: de publieke belangstelling blijft pover. Cercle komt net boven de zesduizend toeschouwers per thuiswedstrijd uit, niet eens vijfhonderd meer dan vorig jaar, toen het kampioen werd in de Proximus League. Tegen Club zat het stadion voor een keer halfvol: weinig volk naar blauwzwarte normen, in Monaco - gemiddeld 8.537 toeschouwers in dit kwakkelseizoen waarin het voor het behoud vecht - zouden ze er heel tevreden mee zijn.
‘Vzw’
Sinds 16 december en de thuisoverwinning tegen Anderlecht blijkt Cercle een vereniging zonder winstoogmerk geworden. Zes wedstrijden, amper twee punten behaald. Goed dat er een stevige buffer was opgebouwd in het najaar of er werd nu degradatievoetbal gespeeld. Maar ook Club won na nieuwjaar slechts één keer. Het puntenverlies tegen de stadsgenoot komt een week voor de topper tegen KRC Genk bijzonder ongelegen. Voor Club wordt dat een alles-of-niets-wedstrijd. Winnen is een must. Beide teams moeten donderdagavond eerst nog Europees aan de bak in de Europa League: Club tegen Salzburg, Genk tegen Slavia Praag. Benieuwd of de akker van Jan Breydel tegen dan iets meer op een voetbalveld lijkt.
Slotsom van een bewogen zondagnamiddag: Club telt elf punten minder dan Genk, Cercle heeft tien punten meer dan Lokeren.