De zwarte smurfen van de N-VA
De campagne van de N-VA was geen strategische zet, het was een blunder van een partij die de controle over het stuur verloor. Het illustreert volgens Noël Slangen hoe onmisbaar Bart De Wever is.
De campagne van de N-VA was geen strategische zet, het was een blunder van een partij die de controle over het stuur verloor. Het illustreert volgens Noël Slangen hoe onmisbaar Bart De Wever is.
De campagne van de N-VA was geen strategische zet, het was een blunder van een partij die de controle over het stuur verloor. Het illustreert volgens Noël Slangen hoe onmisbaar Bart De Wever is.
Ondernemer en columnist van deze krant.
Iemand met het politieke vernuft van Bart De Wever is zeldzaam in onze politiek. Iemand die erin slaagt om zoveel jaar aan de top te blijven, is nog zeldzamer. Maar in de politiek komt onvermijdelijk ooit het keerpunt, het topje van de berg, waarna de tocht naar beneden begint. Dat topje kan groots zijn of principieel, een eervol vaarwel, maar ook gewoon stuntelig gestommel. Tenzij de N-VA snel houvast vindt, zal het dat laatste worden. En de oorzaak van deze toestand is niet meer dan een groepje van honderd onbeduidende maar overijverige twitteraars, de zwarte smurfen van de N-VA.
De Wever werd voorzitter in 2004, nu al veertien jaar geleden. In politieke termen is dat een eeuwigheid. In 2006 had de N-VA-voorzitter een moeilijk moment toen hij, tegen de zin van zijn kartelpartner CD&V in, Jean-Marie Dedecker wilde binnenloodsen. Maar vanaf toen reed De Wever als voorzitter een nagenoeg foutloos parcours. Dat was gebouwd op inhoudelijke verbreding, waarbij de partij de welgestelde middenklasse en de ondernemerswereld overtuigde met een centrumrechts no-nonsenseverhaal. Wellicht de grootste prestatie was hoe de partij kiezers van extreemrechts massaal de Rubicon kon laten oversteken naar een fatsoenlijk rechts alternatief.
Het stond in de sterren geschreven dat de N-VA de nieuwe centrumpartij van Vlaanderen zou worden, een soort Vlaamse CDU. Maar de wereld staat geen twaalf jaar stil. Terwijl de N-VA zich had ontpopt tot een degelijke rechts-conservatieve beleidspartij die heel wat stromingen in Vlaanderen kon verenigen, besloot de rest van de wereld een paar straten verder rechtsaf te slaan. De Brexit, Viktor Orban in Hongarije, de remonte van de Oostenrijkse FPÖ, Matteo Salvini in Italië en Donald Trump in de VS gaven ruimte aan onuitspreekbaar geachte ideeën, gedachten en maatregelen. Terwijl het gros van de Vlaams-nationalistische kopstukken zijn best deed om de nieuwe emanatie te worden van ‘goed bestuur’, gleed de rest van de partij in de richting van deze internationale, eerder donkerbruine, voorbeelden, op toon gezet en aangevuurd door staatssecretaris Theo Francken en zijn trouwe twitterkorps.
Vergiftigd geschenk?
Tijd winnen is nu het motto, en dan maar hopen dat er een uitweg komt
Hoe zou de N-VA er vandaag voor staan als een andere partij de staatssecretaris voor Migratie en Asiel had mogen leveren? Francken is vandaag een van de populairste politici van Vlaanderen, maar dat was voor hem Maggie De Block (Open VLD) ook. Intussen leidt ze een departement dat vele malen zwaarder weegt, maar smolt haar populariteit als sneeuw voor de zon. De magische formule zit misschien in het ambt?
Francken voerde een asielbeleid waar in België een brede consensus rond bestond. Maar in de relatieve luwte van de sociale media mikte hij voluit op de onderbuik van Vlaanderen. Hier deemsterde de waarschuwing voor de teloorgang van het Avondland, werd islamofobie geëxploiteerd en kreeg iedereen die een millimeter van deze lijn afweek het scheldwoord ‘links’ opgeplakt. In deze digitale spelonken ontstond een groep politieke cheerleaders, die als megafoon fungeerden voor Franckens retoriek, en die zich terzelfder tijd als een razende roedel wierpen op iedereen die een vraagteken durfde te plaatsen. Een groep ‘zwarte smurfen’, die springend en bijtend bezit nam van uw tijdlijn, en erin slaagde om zo een perceptie van ‘publieke opinie’ te creëren. Wie goed kijkt, ziet nochtans dat dit niet de vox populi is waarvoor sommige journalisten en politici hen houden, maar slechts een micro-universum van een honderdtal mini-Trumps met evenveel meelopers, die vooral elkaar versterken. Vermakelijk maar ongevaarlijk. Maar als een partij zich laat leiden door zo’n verschijnsel, zijn ongelukken niet veraf.
Waar was de voorzitter?
En zo gebeurde. Nadat zowel Francken als Jan Jambon met hun medewerkers gedurende twee jaar in de marge bezig geweest waren met dit eerder filosofische pact, dat slechts intenties en opties omschrijft, en hun minimale opmerkingen in de tekst verwerkt waren, verloren zij de controle, omdat hun smurfen het bos in brand staken. Hen was niet ontgaan dat hun ‘voorbeelden’ Orban, Salvini en Trump een statement hadden gemaakt en zich resoluut tegen dit pact verzetten. Vlaams Belang pikte het groeiende onbehagen op en wakkerde het vuur aan. Voorop liep een twitteraar die ooit opriep tot betogingen pro Francken. Nu mobiliseerde hij de eigen spionkop: de N-VA mocht dit pact onder geen beding goedkeuren.
Paniek in het huis, en de partij kwam in een tunnelvisie terecht. Losgeslagen verschoof ze schaakstukken, zonder dat ze zich afvroeg wat de volgende zet kon zijn. Tot de premier met één zet kwam die hen schaakmat zette. Neen, de campagne was geen strategische zet, het was een blunder van een partij die de controle verloor. Het illustreert hoe onmisbaar de voorzitter is. N-VA-excellenties zoals Weyts, Bourgeois, Van Overtveldt, Vandeput, Muyters en zovele anderen zijn nooit meegestapt in de ontluikende bruingerande retoriek. Maar vandaag is duidelijk dat de N-VA zonder De Wever zeer snel het noorden verliest. De grootste stad van Vlaanderen besturen, een onuitgegeven coalitie op de sporen zetten én de grootste partij van Vlaanderen en België leiden, blijkt moeilijker dan over het water van de Schelde lopen.
Bij de jongste verkiezingen won de N-VA waar ze goede bestuurders uitspeelde, maar elders ging Vlaams Belang vaak met de buit aan de haal. De Vlaams-nationalisten zijn op een cruciaal punt beland. Tijd winnen lijkt vandaag het motto, en dan maar hopen dat er een uitweg komt. Uitgerekend op Twitter kregen ze goed advies van onze grootste reclameman ooit, Guillaume Van der Stighelen: ‘Je fanclub is zelden je beste communicatieadviseur.’