Wat verandert er precies op 1 september?
Dan wordt de verkoop van halogeenlampen met een schroeffitting verboden. Het gaat om de zogenaamde ‘peertjes’ en kaarsvormige halogeenlampen. Het betekent niet dat die lampen onmiddellijk uit de winkels zullen verdwijnen, de bestaande voorraden mogen worden afgebouwd.
Hoe zit het met andere types halogeenlampen?
Dat is een ingewikkeld verhaal. Sommige halogeenlampen zijn twee jaar geleden al verboden, andere mogen voorlopig nog verkocht worden. Dat laatste geldt voor de kleine capsulelampjes die onder andere in spotjes worden toegepast, en voor lange, buisvormige ‘lineaire’ lampen.
De EU belooft dat de investering in een ledlamp in één jaar terug te verdienen is en dat een huishouden in twintig jaar tijd 115 euro kan besparen
Waarom wil Europa af van de halogeenlampen?
Om dezelfde reden als waarom eerder de gloeilampen in de ban zijn gedaan: ze zijn niet energiezuinig. Een brandende halogeenlamp zet veel energie om in warmte, in plaats van in licht. De EU is al jarenlang bezig om de eisen aan te scherpen. Dat heeft eerst geleid tot een ban op gloeilampen. Nu zijn, in een aantal fasen, de halogeenlampen aan de beurt. Op termijn wil de EU dat elke lamp voortaan per watt energie-input minstens 85 lumen licht uitstraalt.
Dat is goed voor het leefmilieu, maar is het ook goed voor de portemonnee van de consument?
De Europese Unie beweert van wel. Je krijgt immers meer licht voor hetzelfde geld. Maar er is een keerzijde. De energiezuinige ledlampen, die de halogeenlampen moeten vervangen, zijn veel duurder in de aanschaf. Die meerkosten worden terugbetaald door de besparing op de stroomrekening. In de communicatie over het halogeenverbod belooft de EU dat de investering in één jaar terug te verdienen is en dat een huishouden in twintig jaar tijd 115 euro kan besparen.
Klopt dat?
Daarvoor moeten we naar de specificaties van de verschillende verlichtingsvormen kijken, die terug te vinden zijn op de website van Philips. Een halogeenlamp van 53 watt straalt 850 lumen uit. Zo’n lamp kost 2,79 euro. Het ledequivalent heeft een vermogen van 8,5 watt, en straalt 806 lumen uit. Deze lamp kost (in de dimbare versie) 12,99 euro. Of de meerprijs van 10,20 euro in een jaar terug te verdienen is, ligt aan de verbruiksintensiteit. Als we ervan uitgaan dat een kilowattuur stroom 28 cent kost, dan kost de halogeenlamp 1,5 cent per uur en de ledlamp 0,2 cent per uur. De besparing bedraagt dus 1,3 cent per uur. Om de meerprijs terug te verdienen, moet de lamp 784 uur branden. Uitgesmeerd over een jaar, komt dat neer op ruim 2 uur en 9 minuten per dag. Dat is iets minder dan de standaardduur van 1.000 uur en lijkt niet onhaalbaar. Na twintig jaar heb je dan 204 euro bespaard. Per lamp.
Welke rol speelt de levensduur?
Een belangrijke. Een halogeenlamp gaat 2.000 uur mee, een ledlamp blijft 15.000 uur branden. De aanschafkosten van een ledlamp zijn wel hoger, maar je moet haar minder vaak vervangen. Als we nog even uitgaan van een lamp die 1.000 uur per jaar brandt, duurt het 15 jaar voor een ledlamp versleten is. Tegen die tijd zou je het equivalente halogeenexemplaar al 7,5 keer hebben moeten vervangen. Als je zo rekent, bedraagt de vergelijkbare aanschafprijs van de halogeenlampen voor een periode van 15 jaar eigenlijk 20,93 euro. De ledlamp komt dan een stuk voordeliger uit.
Is het de moeite om alle halogeenlampen meteen te vervangen door ledlampen?
Dat is zeker het overwegen waard voor lampen die regelmatig branden. Ook de vervanging van de types halogeenlampen die nog wel verkocht mogen worden, levert een besparing op. Het gaat om de kleine capsulelampjes die worden gebruikt voor spotjes of voor lampen met laagspanning (waar een transformator aan gekoppeld is). Voor deze lampen bleef de verkoop nog toegestaan, omdat er tot voor kort nog geen evenwaardige ledalternatieven op de markt waren. Die zijn er intussen wel. Een ledcapsulelampje dat 204 lumen uitstraalt, heeft een vermogen van 1,9 watt. Een halogeenlampje met dezelfde lichtsterkte heeft een vermogen van 18 watt. Een elektriciteitsbesparing van bijna een factor 10.
En hoe zit het met andere types lampen?
In veel huishoudens worden de meest gebruikte ruimtes verlicht met spaarlampen, de zogenaamde compacte fluorescentielampen (CFL). Voor een lichtsterkte van 810 lumen heb je een CFL-lamp met een vermogen van 15 watt nodig. Dat is dus dubbel zoveel als een equivalente ledlamp, maar minder dan een derde van de halogeenlamp. Zo’n lamp kost 9,99 euro. Bij vervanging door een evenwaardige ledlamp is de terugverdientijd 164 uur – aanzienlijk minder dus dan bij de halogeenlamp.
Maar omdat een CFL-lamp 10.000 uur meegaat, kun je zeggen dat vervroegde vervanging wel weer een vorm van kapitaalvernietiging is: je hebt een dure lamp gekocht die je halverwege haar levensduur vervangt door een nog duurdere lamp.