De Far-West in Woesten. Verkeersexpert Kris Peeters: ‘Je kunt je afvragen of alleen stedelingen recht hebben op performant openbaar vervoer.’ Sebastian Steveniers
Straks rijdt er geen bus meer op het platteland
Wie op de buiten de bus wil nemen, beheerst beter de kunst van het wachten. Lijnbussen werden ingewisseld voor belbussen, die binnenkort vervangen worden door ‘zorgbusjes’. Wil de overheid nog openbaar vervoer organiseren voor alle Vlamingen? ‘Niemand rekent hier nog op De Lijn.’
De Lijn bolt niet meer
De stiptheid en tevredenheid bij de Lijn zitten op een dieptepunt. Draait het bedrijf vierkant? Of ligt het aan politieke keuzes? Waarom faalt ons openbaar vervoer, nochtans de wissel op de toekomst? Vandaag deel 3: is openbaar vervoer een basisrecht?
Straks rijdt er geen bus meer op het platteland
De Far-West in Woesten. Verkeersexpert Kris Peeters: ‘Je kunt je afvragen of alleen stedelingen recht hebben op performant openbaar vervoer.’ Sebastian Steveniers
Wie op de buiten de bus wil nemen, beheerst beter de kunst van het wachten. Lijnbussen werden ingewisseld voor belbussen, die binnenkort vervangen worden door ‘zorgbusjes’. Wil de overheid nog openbaar vervoer organiseren voor alle Vlamingen? ‘Niemand rekent hier nog op De Lijn.’
WesthoekWoesten, halte Far-West. Op de bus van Ieper naar Veurne zit vijf man. Die bezetting zal gedurende de hele rit min of meer stabiel blijven. Bijna hadden we de bus gemist. Dat zou een misrekening geweest zijn. De volgende kwam pas over een kleine drie uur langs.
Wie rekent hier in de Westhoek nog op De Lijn? ‘Niemand’, klinkt het unaniem in café In de Vicogne in Stuivekenskerke. ‘Niemand’, echoot ook de Diksmuidse burgemeester Lies Laridon (CD&V) boven een bord salade met frieten. ‘We hebben nog enkele vaste lijnen en daarnaast de belbus. Dat is een gedoe. Stel dat je vanuit een van de dorpen naar het ziekenhuis in Ieper of Veurne moet. Je weet nooit zeker of je een connectie krijgt. Mensen bellen niet meer. Ze vragen liever aan hun moeder of buurman om hen een lift te geven. Dus gaan de cijfers naar beneden, wat weer aanleiding geeft om lijnen te schrappen. Een vicieuze cirkel.’
Levenslijn
In het Vlaamse buitengebied werd de voorbije jaren drastisch gesnoeid in het aanbod. Eerst sneuvelden de lijnen waar niemand op zat. Dan die met een klein beetje volk. Zo ging het verder, tot er een minimale dienstverlening overbleef. ‘Natuurlijk kon het efficiënter’, zegt Christof Dejaegher (CD&V), burgemeester van Poperinge. ‘Maar het stopt ergens. Het aanbod is zo slecht dat mensen in de auto geduwd worden.’
‘Natuurlijk kon het efficiënter. Maar het stopt ergens. Het aanbod is zo slecht dat mensen in de auto geduwd worden’
Christof Dejaegher (CD&V)
Burgemeester Poperinge
Bij de besturen van de Westhoek overheerst het gevoel dat ze aan hun lot worden overgelaten. ‘De communicatie van De Lijn is soms hallucinant’, zegt Wieland De Meyer (Gemeentebelangen), eerste schepen van Heuvelland. Zo kregen we op 3 september 2013 een brief dat op 2 september een stukje van de lijn vanaf de Franse grens naar Kemmel zou worden ingekort. Eerste schooldag, verschillende kinderen stonden tevergeefs op de bus te wachten.’
Op een landkaart aan de muur schetst de schepen de situatie in zijn prachtige maar afgelegen gemeente: acht dorpen, enkel verbonden met de belbus. En een vaste lijn ’s morgens en ’s avonds om leerlingen van en naar school in Ieper of Poperinge te brengen. ‘Die belbus rijdt soms een uur over een afstand waar je met de auto een kwartiertje over doet’, zegt hij. ‘Dat is toch geen aantrekkelijke optie? Maar er zijn mensen die geen andere keuze hebben. Kansarmen, ouderen. Voor hen is de bus een levenslijn.’
Eigen begrafenis organiseren
Brengt de toekomst soelaas? De structuur van De Lijn werd vanaf een wit blad opnieuw uitgetekend. Er komt een kernnet, dat vertakt op de ruggengraat van de NMBS. Dat kernnet wordt gevoed met aanvullende lijnen uit de dorpen en de stadsrand. De belbus wordt afgeschaft. In ruil komt een ‘vervoer op maat’ waarover de lokale overheden zelf mogen beslissen binnen de vervoersregio’s die in 2020 worden opgericht.
De Westhoek is proeftuin. De inspraak wordt met argwaan onthaald. ‘Het voelt alsof we onze eigen begrafenis mogen organiseren’, vertelt burgemeester Dejaegher in zijn neogotische stadhuis in Poperinge. ‘We mogen het zelf doen, maar we vrezen dat we het ook zelf moeten betalen. Nog twee jaar wordt het budget bevroren. En daarna? Je voelt zo aan dat ze het op onze kap willen duwen.’
Volgens Kris Peeters, lector verkeerskunde, mogen de gemeenten die koude douche effectief verwachten. ‘Nu krijgen ze geld zonder inspraak, straks wordt het inspraak zonder geld. De Lijn zal zich terugplooien op haar kernnet en het platteland loslaten. Onder de nieuwe structuur zit een besparingsoefening die veel steden en gemeenten nog niet in de gaten hebben.’ Ook binnen De Lijn wordt dat scenario door kaderleden bevestigd.
Zorgbusjes
Dat wordt een probleem. ‘We hebben hier niet nog wat miljoentjes aan de kant staan’, zegt Peter Roose (SP.A), burgemeester van Veurne. Zelfs het budget waarin de eerste jaren nog is voorzien – het geld dat nu naar de belbus gaat – volstaat niet om een deftig aanbod te organiseren. Lies Laridon: ‘Als De Lijn het niet kon bolwerken, waarom zouden wij dat wel kunnen? We zullen met 18 gemeenten moeten overeenkomen over dat potje geld. Dat wordt duwen en trekken.’
‘De communicatie is soms hallucinant: zo meldde De Lijn op 3 september dat een verbinding op 2 september zou worden ingekort’
Wieland De Meyer
Eerste schepen Heuvelland
Wat dan? Geen bus meer op het platteland? In de Westhoek zijn de geesten al gekeerd. Omdat het niet anders kon, gingen besturen op zoek naar alternatieven, zoals de vele zorgbusjes die overdag op parkings van instellingen stilstaan: busjes van het OCMW, van de ouderenzorg, van instellingen voor mensen met een beperking, van het bijzonder onderwijs. ‘We zouden die in één dispatching kunnen stoppen, hun ritten aan elkaar koppelen en ook andere passagiers meenemen’, zegt burgemeester Laridon van Diksmuide. ‘In het buitengebied rond Amsterdam doen ze het al zo. Ze werken met een private partner die het aanbod organiseert. Er zitten ook taxi’s in, en deelfietsen. Boeken doe je via een app.’
Vrijwilligers?
Toch rijzen bedenkingen. Wie gaat met die busjes rijden, als er geen geld is om ze te betalen? Vrijwilligers? Jonggepensioneerden? Dat gebeurt al, vertelt eerste schepen De Meyer in Heuvelland. ‘De vraag is hoeveel je afwentelt op de lokale gemeenschap. De mensen moeten het zelf maar rooien omdat de overheid het laat afweten.’
Dat je de ruimtelijke wanorde in Vlaanderen niet kunt oplossen met openbaar vervoer, ziet ondertussen iedereen. De basismobiliteit waar Steve Stevaert (SP.A) mee dweepte – een halte op maximaal 750 meter van elke voordeur – was onwerkbaar en onbetaalbaar. Huidig minister van Mobiliteit Ben Weyts (N-VA) zette in op basisbereikbaarheid: openbaar vervoer organiseren waar er vraag is. Geen lege bussen meer door elke verkaveling, maar de beperkte middelen inzetten op de grote assen en aanvoerlijnen.
Kom op tijd: de volgende bus is er pas over drie uur. ss
De vraag is alleen hoever je dat rendementsdenken doortrekt in een sector die per definitie nooit rendabel kan zijn. Velen vermoeden dat achter de mooie hervormingsplannen een agenda schuilt die het openbaar vervoer eerder wil afbouwen dan versterken. ‘In wezen is dit een politiek debat’, zegt Luc Jullet, directeur van Hansea, de grootste private pachter van De Lijn. ‘Beschouw je openbaar vervoer als een dienstverlening? Dan heb je de plicht ook de kleine gemeenten te bedienen. Of beschouw je het als een business case? In dat geval verzaak je aan je plicht als overheid.’
Is openbaar vervoer een basisrecht? Daarover zijn de meningen verdeeld. ‘Het maatschappelijke draagvlak voor lege bussen kalft af’, vat Kris Peeters het dilemma samen. ‘Maar je kunt je ook afvragen of alleen stedelingen recht hebben op performant openbaar vervoer.’
Het antwoord daarop is voer voor maatschappelijke discussie. ‘Alleen voeren we die niet. Intussen tikt de klok. De hervormingsplannen liggen klaar, tegen 2020 worden ze uitgerold. Dan dreigen we te ontwaken met het voldongen feit dat de bus op het platteland op veel plaatsen is verdwenen.’
Morgen deel 4: interview met minister van Mobiliteit Ben Weyts (N-VA)
Antwerpen, Brugge en Gent willen het zelf doen
Niet alleen in het buitengebied zijn lokale bestuurders gefrustreerd over De Lijn, ook met de steden is de relatie verzuurd. Brugge, Gent en Antwerpen vinden dat ‘De Lijn geen voeling heeft met de realiteit in de steden’ en willen het lokale openbare vervoer opnieuw zelf in handen nemen.
‘Gent groeit snel’, zegt de Gentse schepen van Mobiliteit, Filip Watteeuw (Groen). ‘Er komen nieuwe wijken, bedrijventerreinen, campussen. De haven boomt. En waar blijft De Lijn? Op twee tramverlengingen na is het aanbod in twintig jaar niet veranderd. Al vijftien jaar liggen plannen op tafel voor nieuwe tramlijnen. We wachten nog steeds.’
De stad begon dan maar zelf vervoer te organiseren, onder meer naar de haven en in de voetgangerszone, en straks ook naar en binnen de economische sites in het zuiden.
‘Al vijftien jaar liggen plannen klaar. We wachten nog steeds’
Filip Watteeuw (Groen)
Schepen van Mobiliteit Gent
Ook de Brugse burgemeester, Renaat Landuyt (SP.A), heeft het gehad met de ‘starheid van De Lijn’. ‘Wij willen vlotte verbindingen tot de stadsrand en kleine busjes in de binnenstad. De Lijn wil grote bussen door de stad blijven jagen. Maar in een stad als Brugge is dat niet leefbaar.’
Brugge verbood De Lijn nog langer door de twee grote winkelstraten te rijden. Op zaterdag rijden er wel kleine busjes, uitgebaat door een private pachter. Meer van dat soort lussen volgen. Voor de reiziger is het gratis, de stad betaalt.
In Antwerpen pleit schepen van Mobiliteit Koen Kennis (N-VA) voor een regionaal vervoersbedrijf dat alle mobiliteit in de ruime regio organiseert. ‘Zowel tram als bus, maar ook lokale treinverbindingen, deelsystemen of de waterbus.’
De bestuurders menen in staat te zijn het roer over te nemen. Maar hebben ze er ook de centen voor? ‘Ik wens Filip Watteeuw toe dat hij wel de budgetten vindt om die projecten uit te voeren’, antwoordt Roger Kesteloot, de topman van De Lijn. ‘Wij kennen de behoeften ook. Maar we kunnen er niet op inspelen, omdat er niet genoeg geld voor is. De steden zouden met hetzelfde budget niet meer kunnen doen dan wij.’
Schepen Watteeuw is niet onder de indruk. ‘Ik ben er zeker van dat bedrijven bereid zijn om mee te betalen. Als er maar een oplossing komt.’