
‘Te lang gemikt op de toevallige toerist’
Een pistolet speculaas, een beat burger met Luikse wafel of een slaatje met onder meer witloof, walnoot en vijgen: de menukaart in het nieuwe Brusselse restaurant Beat, dat volgende week de deuren opent ...
Een pistolet speculaas, een beat burger met Luikse wafel of een slaatje met onder meer witloof, walnoot en vijgen: de menukaart in het nieuwe Brusselse restaurant Beat, dat volgende week de deuren opent vlak bij de Koningsstraat, staat mijlenver van de klassieke brasseriekeuken.
Zelfs muziek is Belgisch
Laat dit nu volgens manager Vincent Van De Broeck (26) net de bedoeling zijn. ‘Ik zit intussen al een zevental jaar in de sector en kan alleen maar vaststellen dat een bepaald type brasserieën of restaurants vandaag niet langer mee is met de klant. De doorsnee restaurantbezoeker, ook als die al iets ouder is, wil vandaag geen twee uur meer op restaurant zitten en dan 50 euro of meer betalen voor een driegangenmenu.’
‘Mensen gaan vandaag op zoek naar een vernieuwende, snelle maar toch kwaliteitsvolle keuken, en heel wat zogenaamde conceptrestaurants spelen daar zeer goed op in. Wij doen dat hier met een strak interieurconcept waarin België en de Belgische kleuren centraal staan, wat zich zelfs zal vertalen in onze muziekkeuze. Andere nieuwkomers bieden dan weer alleen kipgerechten aan of zetten uitsluitend kwaliteitsvolle hamburgers op de kaart.’
Op zoek naar thematische focus
De Brusselse horeca zit al een tijdje in zwaar weer: in de nasleep van de aanslagen moesten enkele bekende restaurants de deuren sluiten, onlangs raakte bekend dat ook het iconische La Maison du Cygne op de Grote Markt tijdelijk dichtging. Bij Horeca Brussel verwijst Philippe Trine, zelf ook gepokt en gemazeld in de sector, naar de negatieve impact van de voetgangerszone en naar de aanslepende mobiliteitsproblematiek in de hoofdstad.
Toch kan ook hij niet om de vaststelling heen dat de voorbije maanden zowat alle horecazaken op het bekende Sint-Katelijneplein van eigenaar veranderden, en dat de nieuwe eigenaars daar haast zonder uitzondering voor een geheel nieuwe, conceptmatige aanpak kozen. ‘Een snelle en vlotte bediening, zeer betaalbaar en een duidelijke thematische focus. Daar komt het meestal op neer’, geeft Trine aan. ‘Ik noem dat gemakshalve monoproduct-restaurants.’
‘Zij spelen blijkbaar niet alleen zeer goed in op de veranderende wensen en eisen van hun publiek, in vergelijking met een klassiek restaurant kunnen zij het doorgaans ook met een pak minder personeel doen. In de wetenschap dat net de zware loonlasten een van de belangrijkste kostenfactoren is in een heel arbeidsintensieve sector als de horeca, is het dus niet zo vreemd dat die nieuwkomers het dan een stuk gemakkelijker hebben om het hoofd boven water te houden.’
Geen sprake van algemene malaise
De hamvraag blijft natuurlijk waarom het dan blijkbaar toch vooral de horecazaken in het echte toeristische centrum van de hoofdstad zijn die het lastig hebben om te overleven. Van een algemene malaise is immers geen sprake: volgens Horeca Brussel kwamen er vorig jaar in de hoofdstad 115 nieuwe horecazaken bij, terwijl er 110 de deuren moesten sluiten. Bovendien is het ook niet zo dat de duurdere zaken nu plots volledig uit de gratie zouden zijn gevallen.
‘Integendeel’, klinkt het bij culinair recensent Bruno Vanspauwen. ‘Zakenman Serge Litvine heeft in het Brusselse intussen al een viertal sterrenrestaurants overgenomen of een doorstart bezorgd. Daarbij onder meer het mythische Villa Lorraine en Villa in the Sky, op de Louizalaan.’
Kwaliteit is wel belangrijk
Volgens Vanspauwen moeten de restaurants in het toeristische hart van Brussel vooral de hand in eigen boezem steken. ‘Zij hebben eigenlijk al die tijd geteerd op het idee dat elke bezoeker toch maar een eenmalige passant is, een toerist die Brussel met een bezoekje vereert en dan een hapje gaat eten in de buurt van de Grote Markt. Met andere woorden: de kwaliteit was van ondergeschikt belang, en er werden amper pogingen ondernomen om ook de regelmatige passanten of de buurtbewoners aan zich te binden.’
‘Als die toerist dan even wegblijft, zoals na de aanslagen, dan krijgen vooral die restaurants het natuurlijk lastig. Daarnaast is de stad de voorbije jaren ook stevig verjongd. Dat jongere publiek zit niet enkel krapper bij kas, het staat ook open voor vernieuwende concepten die doorgaans ook nog eens heel goed scoren op sociale media. En minstens even belangrijk: veel van die nieuwe conceptrestaurants gaan niet alleen mee met de tijdgeest, vaak zijn ze ook kwalitatief heus niet zo slecht.’