
Waakzaam zijn, maar ook helder kijken
Hoe gecoördineerd de aanslagen in Frankrijk, Tunesië en Koeweit precies waren, zal moeten blijken. Maar dat er een verband moet zijn, is meer dan een vermoeden. Over enkele dagen is het immers ...
Hoe gecoördineerd de aanslagen in Frankrijk, Tunesië en Koeweit precies waren, zal moeten blijken. Maar dat er een verband moet zijn, is meer dan een vermoeden. Over enkele dagen is het immers een jaar geleden dat Abu Bakr al-Baghdadi zichzelf uitriep tot leider van een nieuw kalifaat, de Islamitische Staat. Het was gisteren bovendien de eerste vrijdag van de ramadan.
Dat er geen maat staat op de wreedaardigheid van IS en degenen die zich erop beroepen, weten we intussen. Alleen jaagt het weerzinwekkende geweld ons weinig schrik aan zolang het zich voordoet ver van onze comfortzone. Het is niet zeker dat de 25 doden in de sjiitische moskee in Koeweit het avondnieuws hadden gehaald als ze niet op dezelfde dag waren gevallen als de dode bij de aanslag in Saint-Quentin-Fallavier en de 37 slachtoffers in Sousse. Er was gisteren in ieder geval minder aandacht voor de 145 Koerden die de voorbije dagen door IS-strijders over de kling zijn gejaagd in het Syrische Kobane of de 30 vredessoldaten die door Al-Shabaab in Somalië werden omgebracht.
Terreur is het handelsmerk van Al-Baghdadi en de zijnen. En het werkt: meteen halen reisorganisaties hun klanten weg uit de oorlogszone.
Voor Tunesië is het een doodklap: aan de vooravond van de grote vakantie stort de toeristische industrie weer in. Het islamitische land dat vooropliep in de mislukte Arabische Lente, wordt opnieuw gedestabiliseerd.
Wat staat ons te doen? Het is normaal dat veiligheidsrisico’s met nog grotere ijver worden bewaakt. Tegelijk heeft het geen zin onze samenleving in een permanente kramp te laten verzinken. Er is geen veiligheidssysteem dat 100 procent gewapend is tegen deze gewiekste en fanatieke vijand en mensen moeten dat weten. Politiediensten kunnen potentiële terroristen in kaart brengen, maar hoe beter ze daarin slagen, hoe moeilijker het wordt hen allemaal in de gaten te houden.
Het doel van IS is de vijandschap tussen soennieten en sjiieten, tussen moslims en joden, tussen moslims en christenen op de spits te drijven. In die val mogen we niet trappen, hoe moeilijk dat ook is. We moeten waakzaam zijn, maar ook helder kijken. De baarlijke duivel staat niet aan onze poort. Angst is niet de beste raadgever.
Radicaliserende jonge moslims blijven nog steeds een kleine minderheid in onze diverse samenleving. Alle gemeenschappen moeten samenwerken om hen uit de zuigkracht van nihilistisch geweld te houden. Plegers van terreurdaden of oorlogsmisdaden moeten worden gestraft. Maar allen die tegen deze escalatie gekant zijn, hebben recht op respect en een leven zonder verdachtmaking.